Eerste selectie
56
NEDERLANDS
7
EFFECTOR
3
Selecteer de effector-modus (Eerste
selectie)
Echo2, Filter2, Pan, Trans en Key% worden
in de preset-modus ingesteld.
• Gebruik de MODE PARAMETERS-knop
!2
om de gewenste effectmodus te selecteren.
• De effectmodus wijzigt en wordt door één
klik weergegeven op het display.
• Druk, na het selecteren van het gewenste
effect, op de MODE PARAMETERS-knop
!2
om de eerste selectie af te ronden en door te
gaan naar de tweede selectie.
None
Delay
Echo 1
(Echo 2)
Filter 1
(Filter 2)
Flanger
(Pan)
(Trans)
(Key %)
5
Tijdselectie
(Derde selectie voor Delay, Echo1, Echo2,
Pan, Trans, Filter2 en Flanger)
•
Beat-modus:
De tijdsinstelling van het effect wordt
gebaseerd op het getelde BPM. De BPM
wordt automatisch geteld in de AUTO BPM-
modus of handmatig ingevoerd in de
MANUAL-modus of getapped in de TAP-
modus.
Gebruik de MODE PARAMETERS-knop
!2
om de tijdsinstelling te selecteren. De
geselecteerd tijdsinstelling wordt al snel
gebruikt.
•
Handmatige modus (Manual):
De tijdsinstelling van het effect wordt
ingegeven met de MODE PARAMETERS-
knop
!2
. De geselecteerd tijdsinstelling
wordt al snel gebruikt.
• Druk, na het selecteren van de gewenste
instelling, op de MODE PARAMETERS-knop
!2
om terug te keren naar de eerste selectie.
4
Beat-effect en handmatige effectmodus
(Tweede selectie voor Delay, Echo1, Echo2,
Pan, Trans, Filter2 en Flanger)
De handmatige effectmodus wordt
ingesteld in de preset-modus.
De standaard instelling is “Manual OFF”
(handmatig uit). Ga in dit geval verder met
de derde selectie (stap 5).
• Alle effectmodussen behalve Key en Filter1
werken met de beat-modus of de
handmatige modus. U kunt kiezen tussen
beat of manual met de MODE
PARAMETERS-knop
!2
.
• Druk, na het selecteren van de gewenste
stand, op de MODE PARAMETERS-knop
!2
om de tweede selectie te voltooien en door
te gaan naar de derde selectie.
1
Selecteer de bron van de effector
• Stel de ASSIGN-schakelaar
!1
in de sectie
EFFECTS in om de gewenste bron te
selecteren.
6
Key%-selectie
(Tweede selectie voor Key%)
• De sleutel (Key) wordt geselecteerd met de
MODE PARAMETERS-knop
!2
. De
geselecteerde sleutel wordt al snel gebruikt.
• Druk, na het selecteren van de gewenste
instelling, op de MODE PARAMETERS-knop
!2
om terug te keren naar de eerste selectie.
7
WET/DRY-regelaar
• Op de DN-X1500S kan de mixverhouding
tussen het brongeluid en het geluid met
effecten worden ingesteld met de WET/DRY-
regelaar
!3
.
• In de WET-stand wordt er alleen geluid met
effecten weergegeven. In de DRY-stand
wordt alleen brongeluid weergegeven.
8
Effector Aan/Uit
• Druk op de ON/OFF-toets
!4
om de effector
in en uit te schakelen. Deze toets is verlicht
wanneer de effector aan is.
Key% kan worden geselecteerd
–100 % t/m +100 %.
De Flanger tijd kan worden geselecteerd
op 1/2, 1, 2, 4, 8, 16, 32 van BPM.
Tweede selectie
Derde selectie
Delay
Beat Effect-modus
De vertragingstijd kan worden geselecteerd
op 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1 van BPM.
Handmatige ingangsmodus
De vertragingstijd kan worden ingesteld
tussen 1 en 3500 msec.
Echo 1 (Lus echo)
• Het geluid wordt gelust
wanneer de WET/DRY-
regelaar met de klok mee
wordt gedraaid.
Pan
Preset-functies
Trans
Preset-functies
Filter 2 (Auto filter)
Preset-functies
Flanger
Key %
Preset-functies
Beat Effect-modus
Handmatige ingangsmodus
Beat Effect-modus
Handmatige ingangsmodus
Beat Effect-modus
Handmatige ingangsmodus
Beat Effect-modus
Handmatige ingangsmodus
Beat Effect-modus
Handmatige ingangsmodus
De echtotijd kan worden geselecteerd op
1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1 van BPM.
De echotijd kan worden ingesteld tussen 1
en 3500 msec.
De Panning tijd kan worden geselecteerd
op 1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1 van BPM.
De Panning tijd kan worden ingesteld
tussen 10 en 16000 msec.
De Trans tijd kan worden geselecteerd op
1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1 van BPM.
De Trans tijd kan worden ingesteld tussen
10 en 16000 msec.
De filtertijd kan worden geselecteerd op
1/2, 1, 2, 4, 8, 16, 32 van BPM.
De filtertijd kan worden ingesteld tussen
10 en 16000 msec.
De Flanger tijd kan worden ingesteld
tussen 10 en 16000 msec.
–
2
Stel de BPM in
(Lees blz.51.)
• Gebruik de TAP-toets
!5
en de MODE
PARAMETERS-knop
!2
om de BPM in te
stellen op AUTO BPM, TAP of MANUAL.
Over BPM
• Gebruik de vergrendelfunctie wanneer u de
auto BPM-functie gebruikt. De ruis op
effecten verandert mee met de BPM.
• Indien de auto BPM niet kan worden
gemeten, klik dan op de TAP-toets en voer de
BPM in.
• Indien u de BPM van de selectie weet, raden
wij u in deze handmatig in te voeren.
Echo 2 (Normale echo)
Preset-functies
Beat Effect-modus
Handmatige ingangsmodus
De echtotijd kan worden geselecteerd op
1/4, 1/2, 3/4, 1/1, 2/1, 4/1, 8/1 van BPM.
De echotijd kan worden ingesteld tussen 1
en 3500 msec.
Filter 1 (Handmatig filter)
• Door draaien aan de
WET/DRY-regelaar wordt de
filterfrequentie gewijzigd.
Het filtertype kan worden
geselecteerd
LowP.F. (Low-pass filter),
MidP.F. (Band-pass filter),
Hi P.F. (High-pass filter)
–
9
Effector Cue
• Druk op de EFFECTS CUE-toets
!6
om het
geluid met effecten te controleren via de
hoofdtelefoon.
• Het geluid wordt niet beïnvloed door de
EFFECTS ON/OFF-toets
!4
.