18
INSTALLATIE
Sluit de acculader aan overeenkomstig het bedradingsschema. De accu moet altijd worden aangesloten met behulp van de bijgevoegde
zekering. Gebruik ten minste twee of meer gaten in de bevestigingssteun om de lader te installeren of gebruik de meegeleverde kabel-
binders. Let op dat de acculader niet te dicht bij hete onderdelen zoals uitlaatspruitstuk, turbo en dergelijke wordt gezet. Hij moet ook
op gepaste afstand van bewegende delen zoals riemschijven, koelventilator en stuurstangen worden geplaatst.
Om spanning te krijgen op zowel motor- als interieurverwarming heeft de controle-inlaat (gemarkeerd met een klok) op de lader een +12
V-signaal. Dit wordt normaal gesproken geleverd via de gele kabel van de regeleenheid. Als er geen controle-eenheid is gemonteerd,
kan dit signaal wellicht worden verkregen vanaf de +12 V-uitgang op de lader. Het relais wordt alleen geactiveerd om spanning te laden
wanneer zowel +12 V-stuursignaal als 230 V is aangesloten op de lader.
Het is heel belangrijk dat de lader is geïnstalleerd overeenkomstig de installatierichtlijnen en dat de originele
aansluitapparatuur van DEFA wordt gebruikt. Zie de specifieke installatierichtlijnen.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis als zij toezicht of instructie over het gebruik van het apparaat
is gegeven op een veilige manier en begrijpen van de gevaren betrokken.
Sommige voertuigen hebben een accubewakingssysteem.
Sluit massa aan volgens de aanbevelingen van de voertuigfabrikant.
GEBRUIK
De elektronische acculader heeft de volgende kenmerken:
• Laadstroom van 5 A.
• Geavanceerde, accuvriendelijke technologie maakt continubedrijf mogelijk.
• Temperatuurgecompenseerde laadspanning.
• Lichtindicatie tijdens het opladen: groene puls - laden; groen lampje - volledig opgeladen; rode puls - fout.
• Energieverdeling tussen motor- en interieurverwarming.
• Geïntegreerd relais om de motor- en interieurverwarming in en uit te schakelen.
• Spatwaterdicht (IP
65
).
De acculader werkt onafhankelijk van de starttimer voor het verwarmingssysteem van de auto. De lader schakelt over naar de onder-
houdsmodus wanneer de accu volledig is opgeladen. Hiervan kunt u ook in de zomer profiteren. De LED aan de bovenkant van de lader
knippert groen wanneer de accu wordt opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, brandt de LED permanent. Als er een fout
optreedt, zal de LED rood knipperen. Vermijd het laden van accu‘s in een afgesloten ruimte, aangezien er een potentieel gevaar voor
explosies bestaat. De temperatuur van de accu mag tijdens het laden niet hoger zijn dan 40 °C. De lader levert hoogspanningsstroom.
Daarom mag u er niet in boren. Ook openen van de accu is niet toegestaan. Om potentieel gevaarlijke situaties met defecte accu‘s te
voorkomen, heeft de lader een tegenspanning van ongeveer 2 V nodig om te beginnen met laden. Hij kan daarom niet worden gebruikt
als een 12 V- stroomvoorziening (accu-eliminator).
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Artikelnr.:
450015
Laadstroom [A]
5
Werktemperatuur [ºC]
-40 tot +40
Laadspanning* S2 [VDC]
14,4V @ 25ºC
Onderhoudsladen S3 [VDC]
13,8
IP-klasse [IP]
65
230 V plug-in uitgang [A]
16
Zekeringgrootte 12 V [A]
7,5
Gewicht [g]
369
Afmetingen (H/B/D) [mm]
95/71/38
De lader is getest conform
de volgende normen:
EN 60335-2-29:2004 + A2:210, EN 60335-1:2012 + A11:2014,
EN 62233:2008, EN 55014-1:2006 + A1:2009 + A2:2011,
EN 61000-3-3:2013, EN 61000-3-2:2014, EN 55014-2:2015
* Temperatuurgecompenseerd ca. 5,0 mV/°C/cel. Ref. 25°C.
Summary of Contents for 450015
Page 2: ...2 6 0mm x1 x1...
Page 3: ...3 Tool 2mm 0...
Page 7: ...7...
Page 20: ...20 12V 12V 12V 230V DEFA 8 C 5A IP 65 OFF 40 2V 12V...