236
Installatie, vervolg
Sluit een afvoerslang aan op de juiste afvoerklep onderaan de unit . De unit wordt geprodu-
ceerd met een blinde afvoer; zie de markering boven op de unit (A/B-modus) .
BELANGRIJK:
Zorg ervoor dat de dop naar de juiste afvoer wordt verplaatst als u de A/B-modus omzet,
omdat condenswater anders niet uit de unit kan worden geleid, wat zal leiden tot ongewens-
te verzameling van water in de unit en kans op waterinsijpeling in de woning!
De afvoerslang moet worden voorzien van een sifon van minimaal 100 mm, zoals aangege-
ven in Fig . 9 . Leid de slang naar de afvoer en zorg ervoor dat hij niet wordt blootgesteld aan
vorst .
Vul de sifon met minimaal 0,5 l water .
Fig . 9
Materiële schade (bv . waterschade)
Warmteterugwinning van lucht met een hoog vochtgehalte leidt tot condensatie in de warm-
tewisselaar . Condenswater moet naar een afvoer worden geleid, om schade aan de vloer
onder de unit te voorkomen .
• Zorg ervoor dat de afvoerslang wordt geïnstalleerd op basis van de huidige bedrijfsmo-
dus .
Stap Beschrijving
1
Zorg ervoor dat de kanalen die op de unit worden aangesloten, minstens dezelfde
diameter hebben als de verbinding . De afmetingen zijn te vinden in de sectie Techni-
sche gegevens op pagina 251 .
2
Raadpleeg de productbeschrijving op pagina 224 om de juiste kanaalaansluiting
(A/B-modus) te bepalen .
3
Ga na of de unit met of zonder geluiddemper moet worden geïnstalleerd en sluit de
kanalen op basis daarvan aan (zie onderstaande afbeelding) .
4
Wikkel minimaal 50 mm isolatie rond alle vier kanalen .
Afvoer
Warning
Caution
WAAR-
SCHUING
Kanalen aansluiten