
NEDERLANDS
363
Het gebruikte algoritme meet diverse gevoelige parameters en analyseert de status van de machine om de
aanwezigheid en de omvang van de vloeistofstroom te detecteren. Om deze reden, en om valse fouten te
vermijden, is het nodig de parameters correct in te stellen, in het bijzonder:
Wacht 15 minuten tot 3-4 uur afhankelijk van de installatie, totdat het algoritme de noodzakelijke
gegevens heeft verworven (als alternatief kunt u de procedure voor snelle kalibratie uitvoeren die
beschreven is in par 6.5.9.1.1)
Verzeker u ervan dat het systeem tijdens de regeling geen schommelingen vertoont (in geval van
schommelingen corrigeert u de parameters GP en GI par 6.6.4 en 6.6.5)
Stel de stroom RC correct in
Stel een geschikte minimumdebiet FT in
Stel een correcte minimumfrequentie FL in
Stel de correcte draairichting in
LET OP: de zelfaanpassende modus is niet toegestaan voor multi-inverter installaties.
BELANGRIJK: in beide werkingsmodi is het systeem in staat om het ontbreken van vloeistof te detecteren door
naast de vermogensfactor de opgenomen stroom van de pomp te meten en deze te vergelijken met de
parameter RC (zie 6.5.1). Indien u een maximale werkfrequentie FS instelt die het niet toelaat een waarde in de
buurt van de vollaststroom van de pomp op te nemen, kunnen valse fouten voor ontbreken van water BL
optreden. In deze gevallen kunt u als volgt te werk gaan: open de gebruikers tot de frequentie FS bereikt is en
kijk bij deze frequentie hoeveel de pomp opneemt (dit is gemakkelijk te zien aan de parameter C1 fasestroom
van het menu Gebruiker), en stel vervolgens de afgelezen stroomwaarde in als RC.
6.5.9.1.1 Snelle methode voor zelflering voor de zelfaanpassende modus
Het algoritme voor zelflering past zich automatisch aan verschillende installaties aan door acquisitie van
informatie. Dit duurt over het algemeen 15 min tot 3-4 uur. Als u niet zolang wilt wachten, kunt u een
procedure uitvoeren die minder tijd in beslag neemt. Dankzij deze procedure zal de eerste werking correct
en sneller verlopen, terwijl het algoritme tegelijkertijd door zal gaan met de fijnafstemming.
Procedure voor snelle zelflering:
1) Schakel het apparaat in of, houd, als het al ingeschakeld is, MODE SET + - tegelijkertijd 2
seconden ingedrukt om een reset te veroorzaken.
2) Ga naar het menu installateur (MODE SET -), stel FI in op 0 (geen debietsensor) en ga vervolgens,
binnen hetzelfde menu, naar FT.
3) Open een gebruiker en laat de pomp draaien.
4) Sluit de gebruiker heel langzaam totdat de minimumstroming bereikt is (gebruiker gesloten). Nadat
deze gestabiliseerd is, de frequentie waarbij dit gebeurd is noteren.
5) Wacht 1-2 minuten op de aflezing van VF; u merkt dit doordat de motor uitschakelt.
6) Open een gebruiker om een frequentie van 2 – 5 [Hz] meer dan de eerder afgelezen frequentie te
realiseren en wacht 1-2 minuten totdat het apparaat opnieuw uitschakelt.
BELANGRIJK: de methode zal alleen doeltreffend zijn als men er bij de langzame sluiting van punt 4)
in slaagt om de frequentie op een vaste waarde te laten blijven tot aan de aflezing van de stroming VF.
De procedure kan niet als geldig beschouwd worden indien gedurende de tijd volgend op de sluiting de
frequentie naar 0 [Hz] gaat; in dit geval dient u de handelingen te herhalen vanaf punt 3, of dient u de
machine de zelfleringsprocedure uit te laten voeren gedurende de hierboven aangegeven tijd.
6.5.9.2
Werking met specifieke voorgedefinieerde debietsensor
Het volgende is zowel op enkele als op meervoudige sensoren van toepassing.
Door een debietsensor te gebruiken, kan de daadwerkelijke omvang van de stroming worden gemeten en is
werking in specifieke toepassingen mogelijk..
Wanneer u één van de beschikbare voorgedefinieerde sensoren kiest, dient u om een correcte aflezing van de
stroming mogelijk te maken, de diameter van de leiding in inch in te stellen op de pagina (zie par. 6.5.10).
Bij keuze van een voorgedefinieerde sensor, wordt de instelling van FK automatisch gedeactiveerd. De melding
'parameter gedeactiveerd' wordt aangegeven door een pictogram dat een hangslot voorstelt.
Summary of Contents for MCE-11/P
Page 278: ...274 1 276 2 279 3 280 4 282 5 283 6 4 20 284 7 285 8 286 9 287 10 290 11 290 12 292...
Page 279: ...275 IEC 60634...
Page 280: ...276 1 6 MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 282: ...278 2 5 2 1 2 1 2 2 1 1 2 1 2 L L L 2 2 4 15...
Page 283: ...279 2 2 2 1 2 2 1 1 3 1 LN 2 2 3 1 3 4 4...
Page 284: ...280 A 3 3 2 2 1 2 4 3 1 UVW 2 2 4 3 50 60 200 1...
Page 286: ...282 4 2 2 3 Press e Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 291: ...287 3 9 64 X 128 4 MODE SET 9 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 292: ...288 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 8 2 2 5 5 5 2 2 9...
Page 294: ...290 3 2 2 10 SET 10 15 12 11...
Page 296: ...292 12 12 12 GO SB...
Page 297: ...293 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link 2 Link 5...
Page 300: ...296 4 3 1 2 1 4 3 1 3 SET MODE LA RC FN MS FS FL AC AE O1 1 O2 2 4 4 ET 6 6 9 FL...
Page 326: ...322 BL 10 6 24 24 30 LP 180 200 HP OT TE 100 C 85 C OB BT 120 C 100 C OC 10 6 OF 10 6 30...
Page 327: ...323 8 8 1 PMW 4 2 8 2 8 3 8 3 SET EE EEprom FLASH...
Page 494: ...490 1 492 2 495 3 496 4 498 5 499 6 4 20 mA 500 7 501 8 502 9 503 10 506 11 506 12 508 13 523...
Page 495: ...491 IEC 364 inverter...
Page 496: ...492 1 Inverter inverter inverter 6 inverter MCE 22 P MCE 15 P MCE 11 P 1 1 1...
Page 499: ...495 2 2 2 1 inverter inverter 2 2 1 1 inverter 3 1 LN 2 inverter 2 PVC 3 inverter 1 3 inverter...
Page 502: ...498 4 2 2 3 Press Flow 5 A B C D d1 d2...
Page 507: ...503 3 9 oled 64 X 128 4 MODE SET 9 inverter 7 MODE 1 SET 8 3 EEprom SET 6 SET MODE...
Page 508: ...504 3 1 9 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET Setpoint MODE 9 ONOMA TOY MENOY 2 Setpoint 2 5 5 5 2 2 9...
Page 512: ...508 12 12 12 GO SB FAULT...
Page 543: ...539 8 8 1 PMW 4 2 8 2 inverter 8 3 8 3 inverter SET EEPROM FLASH setpoint...
Page 599: ...595...