89
Verhelpen van storingen
NL
Verhelpen van storingen
WAARSCHUWING!
Gevaar van letsel of materiële schade
¾
Bezoek bij twijfel altijd een gespecialiseerde werkplaats.
¾
Zet vóór elke controle of vóór werkzaamheden aan de snijmessen het apparaat uit.
¾
Bescherm u tegen verwondingen, door vóór alle werkzaamheden aan het apparaat
-de motor uit te schakelen,
-de contactsleutel eruit te trekken,
-de parkeerrem in te schakelen,
-af te wachten, tot alle bewegende delen volledig tot stilstand zijn gekomen,
-te wachten, totdat de motor is afgekoeld,
-de bougiestekker bij de motor eruit te trekken, zodat per ongeluk starten van de motor voorko-
men wordt.
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Startmotor draait niet.
Veiligheidsblokkeersysteem is geactiveerd.
Ga op de bestuurdersstoel zitten, trap
het rempedaal helemaal in of schakel de
parkeerrem in.
Schakel de PTO uit.
Accu niet correct aangesloten.
Sluit de rode kabel op de (+) pluspool
van de accu en de zwarte kabel op de
(-) minpool van de accu aan.
Startmotor draait niet.
Lege of zwakke accu.
Controleer de accu en laad hem op.
Vervang de accu indien nodig.
Zekering doorgebrand.
Vervang de zekering.
Wanneer de zekering herhaaldelijk
springt, zoek dan de oorzaak (meestal
kortsluiting).
Losse massakabel tussen motor en frame. Sluit de massakabel aan.
Startmotor draait, maar
motor start niet.
Verkeerde stand van choke en gashendel. Activeer de choke. Zet de gashendel
omhoog .
Carburateur krijgt geen brandstof, brand-
stoftank leeg.
Vul brandstof bij.
Defecte of vuile bougie.
Controleer de bougie (zie motorhand-
boek).
Geen ontstekingsvonk.
Laat de ontsteking in een gespeciali-
seerde werkplaats controleren.
Motor rookt.
Te veel motorolie in de motor.
Schakel het apparaat onmiddellijk uit.
Controleer het motoroliepeil.
Motor defect.
Schakel het apparaat onmiddellijk uit.
Laat de motor in een gespecialiseerde
werkplaats controleren.
Sterke trillingen.
Beschadigde mesas of defect maaimes.
Schakel het apparaat onmiddellijk uit.
Laat defecte onderdelen in een gespeci-
aliseerde werkplaats vervangen.
Maaimechanisme werpt
geen gras uit of maait
onzuiver.
Motortoerental te laag.
Geef meer gas.
Rijsnelheid te hoog.
Stel een lagere rijsnelheid in.
Maaimessen stomp.
Laat de snijmessen in een gespeciali-
seerde werkplaats scherpen of vervan-
gen.
Motor loopt, maaiwerk
maait niet.
V-riem gebroken.
Laat de aandrijfriem in een gespeciali-
seerde werkplaats vervangen.
