![CTEK CGC500 Installation Manual Download Page 22](http://html1.mh-extra.com/html/ctek/cgc500/cgc500_installation-manual_2693786022.webp)
42
43
CTEK AB
CTEK AB
NL
NL
Controleren vóór installatie
1.
Plan de installatiepunten rekening houdend met alle subsystemen, laadstations, de CGC500™,
de Ethernet-switch, stroomtransformators en kabels.
2.
Zorg ervoor dat de plaatsing van alle apparatuur geschikt is voor normaal gebruik en onderhoud.
3.
Zorg ervoor dat de wand geschikt is voor montage van de behuizing van de CGC500™. De CGC500™
moet dicht bij het meetpunt worden geïnstalleerd (inkomende voedingskabels of naast de
hoofdzekering). Zorg er tevens voor dat de wand het gewicht van de behuizing met componenten kan
dragen. Het gewicht is circa 9 kg.
4.
Controleer in geval van internettoegang via het 3G/4G-netwerk of op de desbetreffende locatie voor
de apparatuur voldoende dekking wordt geboden. Installeer de antenne niet in de behuizing van de
CGC500™, aangezien dit de ontvangst kan blokkeren.
Het EV-laadstation installeren
1.
Verbind de Ethernet- en stroomkabels met de EV-laadstations. Alle Ethernet-kabels moeten aange-
sloten zijn op hetzelfde LAN.
2.
Sluit de stroomfasen aan op de EV-laadstations. Noteer de faserichting. U moet deze opgeven bij het
configureren van de loadbalancing in de software.
Het EV-laadstation configureren
Configureer elk afzonderlijk EV-laadstation van de ingebouwde web-GUI via de mini-USB-interface om
NanoGrid™ te activeren. Zie 'CCU NanoGrid-configuratiehandleiding, Pd_CM_004'.
Controleer of de firmwareversie van elk EV-laadstation R3.6.1 of hoger is. Vergeet niet opnieuw op te starten
na wijzigen van de configuratie.
De CGC500™ installeren
1.
Zoek de montageopeningen en bevestig de behuizing met voor de wand geschikte schroeven.
2.
Steek de inkomende kabels (elektrische, Ethernet- en transformatorkabels) aan de boven- of onder-
zijde in de behuizing. Houd communicatiekabels en voedingskabels uit elkaar.
N
L1
L2
L3
PE
Service interface
192.168.7.2
SERVICE
Switch/Router
WAN/LAN
3.
Verbind de kabels volgens het schema.
Switch/router
Service-interface
192.168.7.2
WAN/LAN
SERVICE
Internet
Current
Ethernet switch
Load
Charging
S1
P1
P2
S2
S1
P1
P2
S2
S1
P1
P2
S2
6
L1
L2
L3
N
5
4
3
2
1
10
9
8
7
Tijdens de loadbalancing andere belastingen op het netwerk bewaken
1.
Als met behulp van de loadmonitor ook andere belastingen in het gebouw moeten worden bewaakt,
moeten de stroomtransformatorkabels vanaf de energiemeter in de CGC500™ naar het relevante
meetpunt worden geïnstalleerd.
2.
Installeer één stroomtransformator per fase, d.w.z. drie stroomtransformators: L1, L2 en L3. Hieronder
ziet u een voorbeeld van de aansluiting in een 3-fasig systeem.
Opmerking:
De stroom wordt gemeten via de stroomtransformators. Zorg ervoor dat de stroomtransformator
in de juiste richting wordt geïnstalleerd, zodat de waarde niet wordt omgekeerd. De stroom en spanning
moeten op dezelfde fase worden gemeten. Verder moet er een neutrale geleider beschikbaar zijn.
Belasting
Stroom
Internet
Ethernet-switch
Laden