18 NL/BE
Plaats de trampoline op een egale ondergrond met een afstand van
minstens 2 m tot gebouwen of obstakels zoals omheiningen, garages,
huizen, overhangende takken, waslijnen of stroomkabels.
De trampoline mag niet op beton, asfalt of op andere harde ondergrond
worden geplaatst of in de buurt van andere storende bouwsels (bijv.
plantenbakken, schommels, glijbanen, klimrekken).
Breng geen veranderingen aan aan de trampoline.
De zelfborgende moeren
24
zijn bedoeld voor eenmalig gebruik en
moeten elke keer als het product wordt gemonteerd worden vervangen
door nieuwe moeren.
Wees voorzichtig – letselgevaar voor kinderen!
Houd kinderen uit de buurt van het verpakkingsmateriaal. Er bestaat
verstikkingsgevaar!
Ouders en andere personen die toezicht houden dienen zich bewust te
zijn van hun verantwoordelijkheid omdat vanwege de natuurlijke drang van
kinderen tot spelen en experimenteren rekening moet worden gehouden
met situaties en gedrag waarvoor de oefenapparaten niet zijn gemaakt.
Als u kinderen bij het product laat, dient u rekening te houden met hun
geestelijke en lichamelijke ontwikkeling en vooral met hun temperament. U
dient de kinderen in de gaten te houden en hen in ieder geval te wijzen op
het correcte gebruik van het product.
Als u het apparaat niet gebruikt, dient u het buiten het bereik van kinderen
op te slaan.
Gevaar door slijtage
Het product mag uitsluitend in onberispelijke staat worden gebruikt.
Controleer het product voor elk gebruik op beschadigingen of slijtage.
De veiligheid van het product kan alleen worden gewaarborgd als het
regelmatig op beschadigingen en slijtage wordt gecontroleerd. Bij
beschadigingen mag het niet meer worden gebruikt.
Vermijding van materiële schade
Vermijd contact met scherpe, hete, puntige of gevaarlijke voorwerpen.
Let erop dat de oefenplek vrij is van puntige voorwerpen.
Voor de montage
Voor de montage van dit product heeft u niet meer nodig dan de
meegeleverde ringsleutel en veerspanner.
Als het niet wordt gebruikt, kan dit product eenvoudig uit elkaar
worden gehaald en opgeborgen.
Lees alstublieft de montagehandleiding voordat u begint met de
montage van het product.
Bestudeer de pagina met de beschrijving van de onderdelen en de
bijbehorende nummers. In de verschillende montage-stappen worden
deze beschrijvingen en nummers ter vereenvoudiging gebruikt.
Controleer of alle genoemde onderdelen aanwezig zijn. Als er
onderdelen ontbreken, neem dan contact op met de fabrikant.
Draag ter bescherming van uw handen handschoenen om verwondin-
gen aan uw handen door beknelling tijdens de montage te voorkomen.
Trampoline verplaatsen
Om de trampoline te verplaatsen, heeft u net zo veel helpers nodig als het
aantal poten van de trampoline. Voor het optillen moeten alle gebruikte be-
vestigings-elementen (pinnen etc.) worden verwijderd. Voorzichtig! Door de
veerspanning bestaat het gevaar dat het frame door ongelijkmatig optillen
wordt verbogen. Zorg ervoor dat u en uw helpers zich ieder tussen twee po-
ten van de trampoline bevinden en de trampoline gelijktijdig optillen. Til de
trampoline een klein stukje van de bodem en houd deze horizontaal ten op-
zichte van de bodem. Een andere manier om de trampoline te verplaatsen is
door deze volledig te demonteren. Om de trampoline te demonteren, de
montage-instructies omgekeerd opvolgen.
Montage
Benodigd gereedschap:
1 x ringsleutel
14
(meegeleverd)
1 x schroevendraaier
21
(meegeleverd)
1 x veerspanner
28
(meegeleverd)
Stap 1 (afb. A-G)
Sorteer alle hoekstangen
4
, framebuizen
5
, verlengbuizen
8a
8b
en
verdeelstukken
12a
12b
volgens de afbeeldingen. Alle onderdelen met
hetzelfde nummer zijn uitwisselbaar. Verbind de onderdelen met elkaar
door eenvoudig de uiteinden met een kleine diameter in de uiteinden
met een grotere diameter te schuiven.
Opmerking:
de gaten van de framebuizen
5
moeten naar boven
wijzen. Let er bij het verbinden van de verlengbuizen
8a
met de verdeel-
stukken
12a
op dat de openingen zich op één lijn bevinden.
Het onderste schroefgat van de verlengbuis
8a
en het schroefgat van de
hoekstang
4
wijzen naar binnen naar de trampoline. Verbind deze met
een zelftapper
16
met behulp van de schroevendraaier
21
.
De verdeelstukken en de verlengbuizen bevinden zich afwisselend met
gat
12a
8a
en zonder gat
12b
8b
aan een hoekstang
4
.
Stap 2 (afb. H-L)
Vraag voor het bevestigen van de veren
11
aan de springmat
1
een
tweede persoon om te helpen bij dit deel van de montage.
VOORZICHTIG!
Bij het bevestigen van de veren
11
kunnen de verbin-
dingen van de buizen zorgen voor beknellingen omdat het product onder
spanning komt te staan.
Leg de springmat
1
met de bedrukte kant naar boven in het product.
Bevestig de veren
11
aan de ringschroeven van de springmat
1
, ge-
bruik de veerspanner
28
en verbind het uiteinde van de veren
11
met
het gat in de framebuis
5
.
Opmerking:
bekijk afb. H om te bepalen welke veren
11
met de
springmat
1
en de framebuis
5
verbonden moet worden.
Kies een willekeurig punt op de framebuis
5
en leg dit vast als begin-
punt. Bevestig op dit punt de eerst veer
11
.
Tel vanaf het beginpunt 15 openingen in dezelfde richting. Bevestig op
dit punt de tweede veer
11
. Breng op dezelfde afstand nog twee veren
11
aan zodat er nu in totaal vier veren
11
op een onderlinge afstand
van een kwart cirkel zijn bevestigd.
Bevestig nu een veer
11
in het midden van elke kwart-cirkel. Als u een
opening en een ringschroef heeft overgeslagen, tel dan opnieuw en ver-
wijder of bevestig alle noodzakelijke veren
11
om de juiste spanning te
verkrijgen.
Stap 3 (afb. M-N)
Plaats de beschermrand
2
zodanig op het product dat de veren en het
frame zijn afgedekt.
Controleer of alle metalen delen door de beschermrand worden bedekt.
Plaats het elastische koord zodanig dat elk tweede koord zich boven een
bevestiging voor de poten bevindt.
Bevestig de koorden aan de achterzijde van de bevestiging voor de poten
en het frame. Knoop de beide uiteinden aan elkaar.
Stap 4 (afb. O-Q)
Verbind de onderste netpalen
6
met de bovenste netpalen
7
. Plaats
de beschermdop
15
op de bovenste netpaal
7
en zet deze vast met
een zelftapper
16
zoals weergegeven in afb. O.
Monteer de netpalen op de poten van de trampoline door de afstand-
houders
23
, schroeven
13
, moeren
24
, dopmoeren
25
en tussenringen
26
te gebruiken. Bevestig de moeren met de meegeleverde ringsleutel
14
.
Herhaal dit proces totdat alle palen zijn gemonteerd.
Opmerking:
gebruik de moeren
24
bij het bovenste gat van de poot
van de trampoline (verdeelstuk met gat
12a
) en gebruik de dopmoeren
25
bij het onderste gat (verlengbuis met gat
8a
).
Opmerking:
de dopmoeren
25
mogen maar één keer worden ge-
monteerd. De nylon borgring in de moer kan na gebruik beschadigd
zijn en moet daarom voor een volgende montage worden vervangen.
