NL
13
Schoonmaken en bewaren
De sensor lens is het meest gevoelige deel van de thermometer.
Reinig de lens voorzichtig om beschadiging te voorkomen.
Reinig de lens met een mild schoonmaakmiddel en dompel het
apparaat niet onder in water. Houd uw apparaat droog en verwijderd
van direct zonlicht. Bewaar het apparaat op een temperatuur tussen
de 10°C en 40°C (50°F en 104°F)
** Vervang of reinig het hoesje na elk
gebruik om van een accurate meting
verzekerd te zijn en een mogelijke infectie
te voorkomen. Reinig het hoesje met een
wattenstaafje of doekje bevochtigd met
alcohol.
Oplossen van problemen
Fout melding
Probleem
Oplossing
Apparaat bezig met stabiliseren
Wacht tot stopt met knipperen
Batterij bijna leeg, geen meting Meer
mogelijk
Vervang de batterij
Meting uitgevoerd voordat apparaat
gestabiliseerd is
Het apparaat detecteert een snelle
omgevingstemperatuur verandering
Wacht tot stopt met knipperen
De omgevings temperatuur ligt niet
binnen het bereik van 10° en 40°C
Plaats de thermometer langer dan 30 minuten in een ruimte
met een temperatuur tussen de 10°C en 40°C (50°F tot 104°F)
Error 5-9, het systeem functioneert
niet naar behoren
Plaats de thermometer langer dan 30 minuten in een ruimte
met een temperatuur tussen de 10°C en 40°C (50°F tot 104°F)
Opgenomen temperatuur is hoger
dan 42.2°C (108.0°F)
Verwijder de batterij, wacht 1 minuut en plaats de batterij terug.
Als het bericht niet verdwijnt neem dan contact op met de
leverancier
Controleer of het hoesje goed zit en voer een nieuwe meting uit
Opgenomen temperatuur is lager
dan 34°C (93.2°F)
Overtuig u ervan dat het hoesje en de lens schoon zijn en voer
een nieuwe meting uit
** Als u het apparaat per ongeluk zonder een hoesje gebruikt, reining dan de lens als volgt:
a. Veeg de lens voorzichtig schoon met een wattenstaafje, gedrenkt in alcohol
b. Laat de lens goed drogen gedurende tenminste 1 minuut alvorens een nieuw hoesje te plaatsen