56
NE DE RL ANDS
• Om persoonlijk letsel en letsel te
voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de
plaats waar de ventilator moet worden
opgehangen de bladen op een afstand
van 2,3 m of meer van de grond en 76 cm
van de dichtstbijzijnde muur of obstakel
kan staan.
• Zorg ervoor dat de aansluitdoos goed is
vastgemaakt aan de constructie van het
gebouw en het volledige gewicht van de
ventilator kan dragen.
• Kies de ophangstang die het beste bij uw situatie past.
• Verwijder de bout van de stang door de pen te verwijderen en steek de vin (dakrand)
en motorroos door de ophangstang. Leid vervolgens de draden van de ventilatormotor
in de ophangbeugel. Monteer de draagstang op de motor en steek de bout en pen erin.
INSTALL ATIE VOORB E RE IDING
DE LOCATIE VAN DE VE NTIL ATOR VOORB E RE IDE N
76 cm van de
dichtstbijzi-
jnde muur of
obstakel
2.3 m van
de messen
tot de
grond
20°
20°
Ondersteuning
Traditionele
montagestijl
De traditionele beugel hangt met een paal
aan het plafond.
Ondersteuning
Hoekmon-
tagestijl
Hoekmontage wordt aanbevolen bij schu-
ine of gewelfde plafonds.