Cramer 2000986, Manual

Page: 58 / 241

3. Slijp de bovenplaat, de zijplaat en de diepteaanslag met
een platte vijl.
4. Vijl alle tanden in de vermelde hoeken en op dezelfde
lengte.
OPMERKING
Tijdens het proces,
• Houd de vijl vlak ten opzichte van het te slijpen
oppervlak.
• Gebruik het middelpunt van de vijlstang.
• Gebruik geringe maar stevige druk tijdens het slijpen
van het oppervlak.
• Trek de vijl bij elke terugslag achteruit.
• Slijp de tanden aan één kant en ga vervolgens verder
met de andere kant.
Vervang de ketting als:
• De lengte van de hoeken van de tanden minder is dan 5
mm.
• Er te veel ruimte tussen de aandrijfverbindingen en de
klinknagels is.
• De zaagsnelheid te laag is
• De ketting vele malen is geslepen maar de zaagsnelheid
niet toeneemt. De ketting is versleten.
5.3 ONDERHOUD VAN DE
KETTINGGELEIDER
Afbeelding 20-21.
OPMERKING
Zorg ervoor dat hij regelmatig wordt omgedraaid om
symmetrische slijtage aan de geleider te waarborgen.
1. Smeer de lagers op het neuswiel (indien aanwezig) met
de spuit (niet inbegrepen).
2. Reinig de groef van de geleider met de krabhaak (niet
inbegrepen).
3. Reinig de smeergaten.
4. Verwijder de braam van de randen en breng de tanden in
één lijn met een platte vijl.
Vervang de geleider als:
• de groef niet past bij de hoogte van de aandrijfschakels
(die nooit de bodem mogen raken).
• de binnenkant van de kettinggeleider is versleten en de
ketting hierdoor scheef zit.
6 VERVOER EN OPSLAG
Voordat u de machine verplaatst,
• Verwijder het accupack uit de machine.
• Houd handen uit de buurt van de vergrendelingsknop.
• Plaats de bescherming op de geleider en de ketting.
Voordat u de machine opbergt,
• Verwijder alle overtollige olie van het gereedschap.
• Verwijder het accupack uit de machine.
• Verwijder al het ongewenste materiaal van het
gereedschap.
• Zorg dat de opbergruimte
• Niet voor kinderen toegankelijk is.
• Uit de buurt van middelen die roest kunnen
veroorzaken, zoals tuinchemicaliën en strooizout.
7 PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oor-
zaak Oplossing
De kettinggeleider
en ketting worden
warm en geven
rook af. De ketting is te
strak aangespan-
nen. Pas de ketting-
spanning aan.
Het oliereservoir
is leeg. Voeg smeermiddel
toe.
De afvoer is ver-
stopt door vuil.
Verwijder de ket-
tinggeleider en re-
inig de afvoer.
Het oliereservoir
is verstopt door
vuil.
Reinig het oliere-
servoir. Voeg
nieuw smeermid-
del toe.
De kettinggeleider
en oliereservoir-
dop zijn verstopt
door vuil. Reinig de ketting-
geleider en oliere-
servoirdop.
Het kettingtand-
wiel of de geleid-
ers zijn verstopt
door vuil. Reinig het ketting-
tandwiel en de ge-
leiders.
59
Nederlands
NL