Stofopvangzak
Om de stofopvangzak (16) te monteren, plaatst u
hem op de aansluiting voor de stofafzuiging.
Haal de stofopvangzak van het gereedschap en
maak hem leeg wanneer hij ongeveer halfvol
zit.
Zagen
Zorg ervoor dat het zaagblad niet
blokkeert tijdens het zagen.
Dit veroorzaakt
beschadiging aan en verbranding
van de motor. Als er toch een
blokkade van het zaagblad zou
optreden, dient u de schakelaar
onmiddellijk los te laten om
de beschadiging aan de
motor te voorkomen.
▪
Klem het werkstuk vast.
▪
Stel de gewenste verstekhoeken in.
▪
Schakel het apparaat in.
▪
Beweeg de arm (12) naar beneden.
▪
Voor lange werkstukken moet u de sliding
gebruiken; zet daartoe de vergrendelknop los.
▪
Zaag door het werkstuk.
▪
Schakel het apparaat uit.
▪
Wacht tot het zaagblad tot stilstand gekomen is
alvorens het werkstuk of restanten hiervan
te verwijderen.
Zagen van speciale werkstukken
Kromme of ronde werkstukken moeten goed
vastgezet worden om wegslippen te voorkomen.
Zorg ervoor dat er geen ruimte is tussen het
werkstuk en de geleiderail (4) of de zaagtafel (5).
Remplacez les lames de scie
Haal de stekker uit het
stopcontact alvorens aan het
zaagblad te werken.
Wacht tot het zaagblad afgekoeld
is alvorens dit aan te raken.
De tanden van het zaagblad
kunnen zeer scherp zijn.
▪
Duw de ontgrendelingshendel (14) in en klap de
verwijderbare zaagbladbeschermkap (1)
naar boven.
▪
Duw en hou de asvergrendelingsknop in om de
vergrendeling te activeren en draai met de hand aan
het zaagblad (2) totdat het vergrendelt.
▪
Zet de borgbout van het zaagblad los door hem
met de inbussleutel in wijzerzin los te
draaien.
▪
Verwijder de borgbout, buitenste flens en
zaagblad.
▪
Verwijder spanen of zaagstof van rond de as en
van de flenzen.
▪
Monteer een nieuw zaagblad, flenzen en
borgbout. Controleer dat de zaagbladdraairichting
overeenstemt met die van de motor.
De ‘sliding’ kan tijdens het
vervangen van het zaagblad
vastgezet worden
aan de hand van de
vergendelknop.
REINIGING EN ONDERHOUD
Trek de netstekker uit de
contactdoos alvorens
werkzaamheden aan het
apparaat te verrichten.
Service
§ Laat uw apparaat uitsluitend door gekwalificeerde
vaklui en met originele reserveonderdelen
herstellen. Zo bent u zeker dat de veiligheid van het
apparaat behouden blijft.
Reiniging
▪
Reinig regelmatig de behuizing van de machine
met een zachte doek, bij voorkeur na ieder gebruik.
▪
Als het vuil niet verwijderd kan worden, gebruik
dan een zachte doek bevochtigd met zeepwater.
▪
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals benzine,
alcohol, ammoniawater, etc. Deze
oplosmiddelen kunnen de plastic onderdelen
beschadigen.
Smeren
De machine heeft geen extra smering nodig.
Zorg ervoor dat er geen water in
de machine komt.
Controleren en vervangen van de koolborstels
De koolborstels dienen regelmatig te worden
gecontroleerd.
_
Verwijder de koolborstelhouders en reinig de
koolborstels.
_
Vervang in geval van slijtage beide koolborstels
tegelijk.
_
Breng de koolborstelhouders weer aan.
_
Laat na het aanbrengen van nieuwe koolborstels
de machine gedurende 15 minuten onbelast
draaien.
Gebruik uitsluitend
koolborstels
van het juiste type.