66
7. Montage en ingebruikname
De installatie van de bewakingscamera mag alleen door een erkend vakman (b.v. elektricien)
worden uitgevoerd, die vertrouwd is met de desbetreffende voorschriften (b.v. KEMA/KIVI/
IEEE)!
Door ondeskundige werkzaamheden aan de netspanning brengt u niet alleen uw eigen
veiligheid, maar ook die van anderen in gevaar!
Wanneer u niet over de nodige vakkennis beschikt om de montage zelf uit te kunnen voeren,
laat dit dan over aan een vakman.
De bewakingscamera moet in de onderverdeling van de klant met een 10/16A zekering worden
beveiligd.
Hiervoor moet een aardlekschakelaar (FI) geschakeld worden.
De installatie van de bewakingscamera mag alleen uitgevoerd worden als de betreffende stroomgroep
spanningsvrij is.
Hierbij is het niet voldoende, b.v. de lichtschakelaar uit te schakelen!
Schakel de elektrische netleiding stroomloos door het verwijderen van de betreffende
stroomcircuitzekering of het uitschakelen van de zekeringautomaat. Zorg ervoor dat deze niet
onbevoegd weer worden ingeschakeld, b.v. met behulp van een waarschuwingsbordje.
Controleer of de netleiding geheel spanningsvrij is, b.v. met een geschikt meetapparaat.
De bewakingscamera kan binnenshuis of in het beschermde buitenbereik worden
gemonteerd. Het laatstgenoemde betekent, dat de bewakingscamera niet aan directe
neerslag blootgesteld mag worden, de montage moet b.v. onder een vooruitstekend dak
worden uitgevoerd.
Kies als montageplaats een voldoende hoge positie, in een hoogte van 2-4 meter, de lamp
met de camera en de sensor wordt hierbij schuin naar beneden gericht.
Neem daarom vóór de montage van de bewakingscamera de evt. geldende
gerechtelijke voorwaarden in acht. Informeer uzelf vóór de montage, of
bewaking van het gewenste bereik en het opnemen van foto’s resp. video’s
toegestaan is.
De precieze positionering van de camera is natuurlijk pas na enige pogingen resp.
testopnames mogelijk. (neem hierbij ook hoofdstuk 12 b in acht).
Houd bij de lamp voldoende afstand tot bestraalde oppervlakken (minstens 1m), omdat anders
brandgevaar bestaat. Richt de lichtstraal nooit op brandbare of licht ontvlambare voorwerpen.
Monteer de bewakingscamera niet direct op licht brandbare oppervlakken! Houd voldoende afstand
aan tot dergelijke materialen! Ook de achterkant van de lamp wordt bij gebruik zeer heet. Er bestaat
brandgevaar! Bovendien is door de invloed van de warmte een verkleuring van het montageoppervlak
mogelijk.
Voor een eenvoudigere montage kan de bevestingsbeugel weg worden genomen, hiervoor moeten de schroeven/
moeren links en rechts bij de lamp worden verwijderd (op de oriëntatie/positionering van de onderleg- en
borgschijven letten).