- Op het display verschijnt de volgende af-
beelding. Op de „TMP“-regel staan drie
streepjes, op de „SET“-regel staat de waar-
de van de temperatuurregelaar - afhankelijk
van de actuele positie.
- Meet nu met een nauwkeurige meetvoeler de temperatuur op de
soldeerpunt en lees de daadwerkelijke temperatuur af op de ther-
mometer.
☞
Gebruik voor de meting een kleine meetvoeler aangezi-
en grotere voelers het meetresultaat kunnen vervalsen.
Heel geschikt zijn thermosensoren van het K-type.
- Stel op de temperatuurregelaar de afgele-
zen temperatuur in. Door te draaien veran-
dert de waarde op de „SET“-regel.
- Druk kort op de toets „PRESET 2“. Het
instelmenu wordt afgesloten en de actuele
soldeerpunttemperatuur wordt weergege-
ven.
- Als u langer op de toets „PRESET 2“ drukt, dan wordt volgens de
vooraf ingestelde temperatuur van „PRESET 2“ geregeld. De kali-
bratie van de nieuwe soldeerbout is in beide gevallen succesvol
afgesloten. Schakel het soldeerstation uit als u het niet gebruikt.
☞
Een per ongeluk gestart kalibratieproces kan altijd door
uitschakelen worden afgebroken, wanneer de toets
„PRESET 2“ nog niet werd ingedrukt. De vooraf inge-
stelde waarden blijven behouden.
57