CombiSteel 7476.0136, User Manual

Page: 9 / 19

9
1.3 TESTEN
De koeler is klaar voor gebruik verzonden. De temperatuurregeling is in de fabriek vooraf ingesteld. Indien nodig
kan de temperatuurregeling kloksgewijs aangepast worden om het product "Kouder" te maken, de regeling kan
tegen de klok in worden aangepast om het product “Warmer” te maken. We raden klanten af om aan te passen.
Als de regeling te koud is, kan dit het bevriezen van de producten veroorzaken. De beste koelprestaties worden
bereikt als de unit optimaal is gevuld en de luchtcirculatie in de unit niet wordt belemmerd door de producten
in de koelkast.
1.4 VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE KLANT
Zorg ervoor dat het stopcontact op effectieve wijze is aangesloten op een aarding, geschikt om de spanning te
leveren die op het gegevensplaatje is aangegeven. Zorg ervoor dat de koeler op een vlakke ondergrond staat.
2. TECHNISCHE GEGEVENS
2.1 MATERIALEN EN KOELMIDDELEN
Binnen- of buitenoppervlakken die in contact komen met de producten zijn gemaakt van gegalvaniseerd staal.,
aluminium of niet-toxische plastic materialen. Het gebruikte koelmiddel is goedgekeurd door de overheid. Het
type en de hoeveelheid van het geladen gas in de koeleenheid staat op het typeplaatje.
3. INSTALLATIE
Volg voor een veilige en correcte werking de instructies van de fabrikant die in dit hoofdstuk worden vermeld.
3.1 POSITIONERING
De koeler moet in een voldoende geventileerde ruimte worden geplaatst, weg van warmtebronnen, zoals
radiatoren of leidingen voor airconditioning. Laat vrije luchtcirculatie naar de koelkast toe. De
omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan 32°C.
De klimaatklasse van dit apparaat is 4
Testroom
klimaatklasse
Droogbulb-
temperatuur °C
Relatieve
vochtigheid %
Ontdooiingspunt °C Watergewicht in
droge lucht g/kg
0 20 50 9.3 7.3
1 16 80 12.6 9.1
2 22 65 15.2 10.8
3 25 60 16.7 12
4 30 55 20 14.8
5 40 40 23.9 18.8
6 27 70 21 15.8
7 35 75 30 27.3
3.1.1 Koeler waterpas: Voor de beste prestaties moet de koeler waterpas blijven.
3.2 ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN VERLENGSNOEREN
De koeler werkt op eenfasige voedingsspanning (220-240 V/50 Hz). Om de koeler in te schakelen, steekt u de
stekker in het stopcontact. Zorg ervoor dat:
Het stopcontact moet van een efficiënte aarding zijn voorzien, de spanning en de frequentie van de elektrische
leiding komen overeen met die op het typeplaatje. Als u niet zeker bent van de aansluiting, laat dan uw
elektrische circuit controleren door een gekwalificeerde technicus. Controleer wanneer de koeler werkt of de
voedingsspanning niet daalt of stijgt onder/boven + 10% van de nominale spanning (187 Volt tot 242 Volt). Als
het licht beschadigd is, moet het worden vervangen door hetzelfde formaat, dezelfde kracht en dezelfde vorm
en dit moet gedaan worden door de fabrikant of zijn serviceagent.