Chicco baby control classic, Instructions For Use Manual

Page: 38 / 68

240V ~ 50/60Hz).
Waarschuwingen
- De kabel van de adapter kan wurggevaar inhouden.
Buiten het bereik van kinderen houden.
- Controleer de adapters regelmatig. Als de stroomkabel of
kunststof delen beschadigd zouden zijn, gebruik je ze niet en
wendt je je tot een gespecialiseerde technicus.
- Laat de adapters niet op het elektriciteitsnet aangesloten
als de apparaten niet worden gebruikt en/of niet op de
adapters zijn aangesloten.
2.2.2 Gebruiksaanwijzing
- Aan/uit schakelaar oudereenheid (2). Door op deze schakelaar
te drukken, wordt de oudereenheid ingeschakeld en gaat
het oranje controlelampje (3) branden. Door opnieuw op
de schakelaar te drukken, gaat de oudereenheid uit.
- Het zendkanaal kiezen. Kies naar wens zendkanaal 1 of 2
met de schakelaar voor kanaalkeuze (4) en verzeker je ervan
dat je bij beide eenheden hetzelfde kanaal hebt gekozen.
Het is de bedoeling van de aanwezigheid van twee kanalen
om eventuele storingen, veroorzaakt door andere apparaten
in de buurt, te verminderen.
Belangrijk: verzeker je er altijd van dat je bij beide eenheden
hetzelfde kanaal hebt gekozen.
- Volumeregeling . Om het volume te regelen, draai je aan
de wieltje voor volumeregeling (5) op de ontvanger
(oudereenheid).
Let op!
Controleer na inschakeling van de oudereenheid altijd
of de kindereenheid is ingeschakeld! Controleer, nadat
de apparaten zijn ingeschakeld, altijd of het uitgezonden
signaal inderdaad op de door jou voorziene afstand en/of
gebieden kan worden ontvangen.
Aangeraden wordt met behulp van een familielid een
zendtest te verrichten vanuit de kamer waar de kindereenheid
is geplaatst en tegelijkertijd met de oudereenheid naar de
door jou voorziene gebieden te gaan om de juiste ontvangst
van het uitgezonden signaal te controleren.
- LED lichtbalk voor aanduiding aanwezigheid geluiden. De
oudereenheid is uitgerust met een lichtbalk met LEDS
(6), die opeenvolgend gaan branden, afhankelijk van de
geluidssterkte die door de microfoon van de zender wordt
opgevangen. Hoe harder het geluid, hoe meer lampjes er
gaan branden. Met deze functie kan de aanwezigheid van
geluiden ook worden gecontroleerd bij volledig zacht gezet
volume.
- Draagbaarheid van de ontvanger. De ontvanger is uitgerust
met een clip voor aan de ceintuur (10), die handig is om de
ontvanger (oudereenheid) altijd bij je te hebben.
OPMERKING: voor een betere ontvangst wordt
aangeraden de zender (kindereenheid) en de ontvanger
(oudereenheid) altijd verticaal te houden.
3. De batterijen van de kindereenheid en de oplaadbare
batterijdoos van de oudereenheid vervangen
Waarschuwingen: deze handelingen mogen
uitsluitend worden verricht door een volwassene
- Gebruik alleen oplaadbare batterijen (oudereenheid)
en alkaline batterijen (kindereenheid), die hetzelfde of
gelijkwaardig zijn (dezelfde elektrische kenmerken hebben)
aan het type, die in deze handleiding staan.
- Als de oplaadbare batterijen erg snel weer leeg zijn, wil dit
zeggen dat de batterijen op zijn en dat ze moeten worden
vervangen (dit is normaal, omdat oplaadbare batterijen na
een bepaalde tijd gewoon op zijn).
- De bijgeleverde batterijdoos moet worden opgeladen door
alleen de oudereenheid en de bij dit product geleverde
netadapter te gebruiken.
- Laat de polen van de batterijen niet kortsluiten.
- Laat de polen van de connector van de netadapter niet
kortsluiten.
- Gebruik geen oplaadbare batterijen in de kindereenheid.
- Probeer niet om niet oplaadbare batterijen op te laden. Deze
zouden kunnen ontploffen.
- Dit product is niet ontworpen voor werking op lithium
batterijen.
LET OP: oneigenlijk gebruik van die batterijen kan
een gevaarlijke situatie teweegbrengen.
- Laat nooit lege batterijen in de kindereenheid. Zorg ervoor
dat ze onmiddellijk worden vervangen, omdat ze bijtende
en/of gevaarlijke vloeistoffen kunnen lekken.
- Laat nooit de lege batterijdoos in de oudereenheid. Zorg
ervoor dat ze onmiddellijk wordt opgeladen (of eventueel
wordt vervangen als ze op is), omdat er bijtende en/of
gevaarlijke vloeistoffen uit kunnen lekken.
Indien de batterijen zouden lekken, bescherm je je handen
goed en vervang je ze onmiddellijk. Zorg ervoor dat je het
batterijenvakje en wat nog met de vloeistof in aanraking
is gekomen goed schoonmaakt. Was je handen goed na
deze handelingen. Gooi de batterijen, overeenkomstig de
geldende wetten, via de gescheiden afvalverwerking voor
lege batterijen weg. Laat ze niet in het milieu achter en
verbrand ze niet.
- Meng geen verschillende soorten of merken batterijen, of
lege met nieuwe batterijen.
- Gebruik geen oplaadbare batterijdoos met andere
elektrische kenmerken dan die in deze handleiding worden
beschreven.
- Doe de batterijen in de kindereenheid en controleer altijd
dat de polen zich aan de goede kant bevinden, die in het
batterijenvakje staat.
- Doe de oplaadbare batterijdoos in de oudereenheid en
controleer altijd dat de polen van de stekker goed zijn
aangebracht.
- Verwijder de batterijen altijd als ze leeg zijn en/of als je
voorziet dat je de zender en de ontvanger gedurende langere
tijd niet gebruikt. Dit om te voorkomen dat de vloeistof die
erin zit uit de lege batterijen kan lekken en de apparaten en/
of wat zich in de buurt bevindt kan beschadigen.
- Verwijder de batterijen/oplaadbare batterijdoos uit het
product, voordat je het afdankt.
- Houd de batterijen/oplaadbare batterijdoos of eventueel
gereedschap dat voor de verwijdering ervan is gebruikt
buiten het bereik van kinderen.
- Gooi de lege batterijen/oplaadbare batterijdoos niet in het
vuur en laat ze niet in het milieu achter en doe ze niet bij
het huisafval, maar gooi ze volgens de geldende wetten via
de gescheiden afvalverwerking weg.
3.1 De batterijen van de kindereenheid vervangen
Als de voedingsindicatie (3) rood wordt, moeten de
batterijen worden vervangen.
Om de batterijen aan te brengen/te vervangen, moet de
klep van het batterijenvakje (8) aan de achterkant worden
losgemaakt. Verwijder eventuele lege batterijen. Steek in
ieder apparaat 3 alkaline batterijen van het type AAA en
let erop dat de polen zich aan de juiste kant bevinden. Sluit
de klep vervolgens en zet hem met de speciaal hiervoor
bestemde schroef weer vast.
3.2 De oplaadbare batterijdoos van de oudereenheid
vervangen
Als de voedingsindicatie (3) rood wordt, moeten de
oplaadbare batterijen worden opgeladen. Als de duur van
38