cecotec CONGA 6090 ULTA, Instruction Manual, Page: 65 / 86

127 126
NEDERLANDS NEDERLANDS
Zijdelingse borstel
Fig. 31.
Verwijder de zijdelingse borstels regelmatig en maak ze schoon.
Aanbeveling: om een perfecte schoonmaak te verzekeren het wordt aanbevolen om de
zijdelingse borstels elke 3 maanden te vervangen (afhankelijk van hoe en hoe vaak u de robot
gebruikt).
Anti-valsensoren
Fig. 32.
Maak de anti-valsensoren regelmatig schoon met een zachte doek.
Waarschuwing: transporteer of verplaats het toestel alleen als het is uitgeschakeld en in de
originele verpakking zit.
7. DE BATTERIJ VERWISSELEN EN OPLADEN
Gebruik alleen batterijen, opladers of oplaadstations die verstrekt worden door Cecotec.
Gebruik geen herlaadbare batterijen.
Probeer de batterij en het oplaadstation niet uit elkaar te halen, te openen of te repareren.
Bewaar afstand tussen het oplaadstation en warmtebronnen.
Gebruik geen vochtige doeken om de batterij schoon te maken.
Haal de batterij uit de robot en bewaar ze op een veilige en droge plaats als u de robot voor
een langere tijd niet gaat gebruiken. Het wordt aanbevolen om de batterij elke maand op te
laden om te voorkomen dat ze beschadigd raakt.
Sorteer batterijen correct. Breng de batterijen naar een gespecialiseerd sorteercentrum voor
een correcte verwerking.
8. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem
1. De robot schakelt niet in of begint niet met schoonmaken.
2. De robot laadt niet op of keert niet terug naar het oplaadstation.
3. De robot werkt niet correct.
4. De robot maakt een raar geluid tijdens het schoonmaken.
5. De robot maakt niet efficiënt schoon of verliest vuil.
6. De robot kan geen verbinding maken met het wifinetwerk.
7. De robot heeft de geprogrammeerde schoonmaak niet uitgevoerd.
8. De robot keert niet terug naar het oplaadstation na een specifieke schoonmaak of nadat hij
van beginpositie is veranderd.
9. De robot hervat de schoonmaak niet.
10. De robot is altijd offline.
11. Fout in de verbinding tussen de smartphone en de robot.
Oplossing
1.1. De robot kan niet werken met een laag batterijpercentage. Laat de robot opladen voordat
u hem opnieuw gebruikt.
1.2. De temperatuur van de kamer is lager dan 0 ºC of hoger dan 50 ºC. Gebruik de robot op
plaatsen waar de temperatuur binnen de aangegeven waarden ligt.
2.1. Er bevinden zich te veel obstakels in de buurt van het oplaadstation. Verplaats het
oplaadstation naar een plaats zonder obstakels.
2.2. Maak de oplaadpoorten schoon.
2.3. Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar aan staat.
2.4. De robot is te ver verwijderd van het oplaadstation, zet hem dichter en probeer opnieuw.
2.5. Er is te weinig vrije ruimte rond het oplaadstation of de oplaadpoorten zijn niet schoon.
Zorg ervoor dat de oplaadpoorten schoon zijn.
Schakel de robot uit, zet de aan/uit-schakelaar in de uit-positie en schakel de robot opnieuw
in.
Als de robot ingeschakeld is en niet in het oplaadstation staat, drukt u op Back home tot u een
pieptoon hoort. Laat de knop onmiddellijk los en druk nogmaals op de knop totdat de robot
spreekt. Dit is de manier om de robot te resetten.
4. De centrale borstel, de zijdelingse borstels of het wendbaar wieltje zijn verstrikt. Schakel
de robot uit en maak hem schoon.
5.1. Het vuilreservoir is vol. Leeg het reservoir en maak de hoogrendementsfilter schoon als
het geblokkeerd is.
5.2. De hoogrendementsfilter is geblokkeerd, maak hem schoon.
5.3. De centrale borstel is verstrikt met een vreemd object, maak hem schoon.
6.1. Het wifisignaal is slecht, controleer het signaal.
6.2. De wifiverbinding is niet stabiel. Start de router opnieuw op, controleer of er updates zijn
voor de applicatie en probeer het opnieuw.
Schakel uw mobiele data uit om het verbindingsproces te optimaliseren.
7.1. Controleer of de robot in de Nachtstand staat en verander de stand. De robot voert geen
geprogrammeerde schoonmaak uit als hij in de Nachtstand staat.
7.2. Zorg ervoor dat de robot verbonden is met het netwerk. De robot kan geen
geprogrammeerde schoonmaak uitvoeren zonder verbinding.
8.1. De robot berekent en plant nadat hij heeft schoongemaakt in de puntsgewijze stand of
nadat hij van beginpositie is veranderd.
8.2. Als het oplaadstation te ver verwijderd is van de robot kan de robot niet automatisch
terugkeren. Breng de robot handmatig naar het oplaadstation.
9. Zorg ervoor dat de robot niet in de Nachtstand staat. In deze stand hervat de robot de
schoonmaak niet. Als de robot handmatig op het oplaadstation geplaatst wordt, hervat hij de
schoonmaak evenmin.