121
NEDERLANDS
8. De robot keert niet terug naar het oplaadstation na een specifieke schoonmaak of nadat hij
van beginpositie is veranderd.
9. De robot hervat de schoonmaak niet.
10. De robot is altijd offline.
11. Fout in de verbinding tussen de smartphone en de robot.
Oplossing
1.1. De robot kan niet werken met een laag batterijpercentage. Laat de robot opladen voordat
u hem opnieuw gebruikt.
1.2. De temperatuur van de kamer is lager dan 0 ºC of hoger dan 50 ºC. Gebruik de robot op
plaatsen waar de temperatuur binnen de aangegeven waarden ligt.
2.1. Er bevinden zich te veel obstakels in de buurt van het oplaadstation. Verplaats het
oplaadstation naar een plaats zonder obstakels.
2.2. Maak de oplaadpoorten schoon.
2.3. Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar aan staat.
2.4. De robot is te ververwijderd van het oplaadstation, zet hem dichter en probeer opnieuw.
2.5. Er is te weinig vrije ruimte rond het oplaadstation of de oplaadpoorten zijn niet schoon.
Zorg ervoor dat de oplaadpoorten schoon zijn.
3.1 Schakel de robot uit, zet de schakelaar uit en schakel de robot opnieuw in.
3.2 Als de robot ingeschakeld is en niet in het oplaadstation staat, drukt u op Back home tot u
een pieptoon hoort. Laat de knop onmiddellijk los en druk nogmaals op de knop totdat de robot
spreekt. Dit is de manier om de robot te resetten.
4. De centrale borstel, de zijdelingse borstels of het wendbaar wieltje zijn verstrikt. Schakel de
robot uit en maak hem schoon.
5.1. Het vuilreservoir is vol. Leeg het reservoir en maak de hoogrendementsfilter schoon als hij
geblokkeerd is.
5.2. De hoogrendementsfilter is geblokkeerd, maak hem schoon.
5.3. De centrale borstel is verstrikt met een vreemd object, verwijder het.
6.1. Het wifisignaal is slecht. Controleer het signaal.
6.2. De wifiverbinding is niet stabiel. Start de router opnieuw op, controleer of er updates zijn
voor de applicatie en probeer het opnieuw.
Schakel uw mobiele data uit om het verbindingsproces te optimaliseren.
7.1. Controleer of de robot in de nachtstand staat en verander de stand. De robot voert geen
geprogrammeerde schoonmaak uit als hij in de nachtstand staat.
7.2. Zorg ervoor dat de robot verbonden is met het netwerk. De robot kan geen geprogrammeerde
schoonmaak uitvoeren zonder verbinding.
8.1. De robot berekent en plant nadat hij heeft schoongemaakt in de puntsgewijze stand of
nadat hij van beginpositie is veranderd.
8.2. Als het oplaadstation te ver verwijderd is van de robot kan de robot niet automatisch
terugkeren. Breng de robot handmatig naar het oplaadstation.
9. Zorg ervoor dat de robot niet in de nachtstand staat. In deze stand hervat de robot de