Handleiding voor Gebruik en Onderhoud - Instructies
Originelen Herz.: 00, Datum 25/09/2020
Pag. 131
LET OP!
Er wordt afgeraden om te binden met de toeren van L4 (6 toeren) tot L6 (8 toeren) voor takken van meer dan 20
mm omdat de binding zou kunnen breken.
LET OP!
Met de papierdraadspoelen wordt aangeraden alleen de eerste twee bindposities (L1 en L2) te gebruiken.
LET OP!
Werk niet op bomen of op een trap, aangezien het buitengewoon gevaarlijk is.
Draag geschikte beschermende kleding voordat u met het gereedschap begint te werken.
4.1.1 Vervanging draadspoel
1. Schakel de bindmachine uit met de knop ON/OFF (7) en trek de batterij (14) naar buiten door op de lipjes (15) te
drukken.
2. Ontkoppel de clip (2) en trek de voorcover (3) los in de aangeduide richting. Trek vervolgens de draadaandrukhendel
(1) naar buiten
3. Verwijder ieder draadresidu uit de toevoerleiding, de haak (4) het bindwiel (5) met gebruik van een pincet.
4. Plaats de draadaandrukhendel weer terug en monteer opnieuw de voorcover door die weer vast te haken.
5. Verwijder de mobiele haspel (11) door hem rechtsom te draaien.
6. Plaats de spoel en controleer de correcte wikkelrichting van de draad.
7. Monteer opnieuw de mobiele haspel (11) door die linksom te draaien. Houd het uiteinde van de draad stevig vast en
snij de draden af die extern aan de spoel zijn.
8. Steek het uiteinde van de draad in de toevoerleiding tot de meeneemrol bereikt wordt. Controleer of de draad in de
juiste richting geïnstalleerd is en niet opgerold of in de knoop is.
9. Plaats de batterij en schakel de bindmachine in met de knop ON/OFF (7).
10. Druk op de trekker (6) om een proefbinding uit te voeren. Als de binding met succes plaatsvindt, verwijder die dan
van het bindwiel (5) en ga verder met het werk.
Als de binding verschillende keren niet correct plaatsvindt, voer dan een nauwkeuriger inspectie uit nadat de
bindmachine uitgeschakeld en de batterij verwijderd is. Controleer of de draad niet verdraaid is of in de knoop zit bij
de ingang van het gereedschap, in de toevoerleiding en in de toevoerhaak (4). Controleer of de montagerichting van
de draad correct is.
Reinig door verwijdering van eventuele stukken draad die misschien zijn blijven vastzitten.
Als verdraaiingen in de draad aanwezig zijn, wordt aangeraden het stuk dat in de knoop zit af te snijden en weg te
nemen en om de draad vervolgens naar binnen te voeren door de hierboven beschreven procedure te volgen.