42
KEUKENKACHEL OP HOUT
NL
POSITIES THERMOMETER
GEBAK
GEBRAAD
BROOD
TEMPERATUUR MIDDEN OVEN
115 °C
180 °C
240 °C
11.6
DEKSEL
Op verzoek kunnen sommige modellen geleverd worden met een deksel, dat evenwel nooit gebruikt wordt
wanneer het fornuis nog warm is, om de keuken zelf niet te oververhitten. Wanneer het deksel dichtgeklapt is,
wordt het fornuis een extra werkblad. Kras hem niet door pannen of kookpotten te verslepen.
11.7
VENTILATIE
Sommige modellen van kachel zijn voorzien van geforceerde ventilatie met handbediening: in- en uitschakeling
met de toegewijde schakelaar (zie
De lucht aangevoerd door de ventilators houdt de kachel in stand op een lagere temperatuur , zodat de
materialen waaruit de kachel opgebouwd is niet te veel belast worden en tegelijk de omgeving gelijkmatig
verwarmd wordt.
Controleer de werking van de ventilator regelmatig.
Bij een stroomuitval of indien de ventilatie te laat afweten, kan de kachel toch nog werken
met een lage vlam. Vul de vuurhaard niet te veel met hout. Indien de ventilator het laat
afweten, contacteer een geautoriseerd technicus die de ventilator vervangt door een
origineel nieuw exemplaar.
11.8
ONGUNSTIGE WEERSOMSTANDIGHEDEN
Wanneer de buitentemperaturen hoog zijn en/of de weersomstandigheden ongunstig zijn (sterke wind), zal de
trekking van de schoorsteen afnemen, zodat de rookgasen niet correct afgevoerd worden.
•
Doe weinig hout in de vuurhaard en houd de luchtregelkleppen maximaal open.
11.9
GEVAAR CREOSOOT
Het gebruik van vochtig hout en/of hout van slechte kwaliteit (vb. harshoudend hout)
veroorzaakt de vorming van creosoot in het rookgaskanaal, wat de doorgang van de
rookgassen belemmerd.
Creosoot is ontvlambaar en indien het zich met verloop van tijd gaat ophopen moet het
verwijderd worden, om brand in het rookgaskanaal te voorkomen.
11.10
DOVEN VAN HET VUUR IN GEVAL VAN BRAND
•
In geval van brand moeten de luchtregelkleppen gesloten worden en moet de brandweerdienst onmiddellijk
gecontacteerd worden.
•
Gebruik nooit water om het vuur in de verbrandingskamer te doven.
•
Gebruik een brandblusapparaat en bel de brandweerdienst onmiddellijk.
•
Nadat de brand in de schoorsteen gedoofd is, moet het rookgaskanaal door een specialist gecontroleerd
worden.
12
ONDERHOUD
12.1
INLEIDING
Voor een lange levensduur van de kachel moet regelmatig een algehele reiniging uitgevoerd worden zoals
vermeld wordt in onderstaande paragrafen.
•
De rookafvoerleidingen (rookl rook schoorsteenpot) moeten altijd door een geautoriseerde
specialist gereinigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
met aanduiding van de fabrikant en met de richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij.
•
Bij afwezigheid van plaatselijke voorschriften en richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij is het nodig
de reiniging van de rookleiding, het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar te laten
uitvoeren.
Summary of Contents for MINI
Page 51: ...NOTE...