3
Installatie
EM100 – 6720891034 (2019/04)
24
3
Installatie
GEVAAR:
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan
kan een elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmteproducent en
alle andere BUS-deelnemers over alle polen losmaken van
de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan
(
afb. 20 aan het einde van het document).
3.1
Voorbereiding voor installatie in de cv-ketel
▶ Via de installatiehandleiding van de warmteproducent con-
troleren, of deze de mogelijkheid biedt, een module (bij-
voorbeeld EM100) in de warmteproducent te installeren.
▶ Wanneer de module zonder rail in de warmteproducent kan
worden geïnstalleerd, de module voorbereiden
(
afbeelding 8 en 9 aan het einde van het document).
3.2
Installatieplaatsen
▶ De module aan een wand (
einde van het document), aan een rail (
aan het einde van het document), in een bouwgroep of in de
warmteproducent installeren.
▶ Respecteer de handleiding bij montage van de module in
een cv-ketel.
▶ Verwijder de module van de rail
(
3.3
Installatie van een temperatuursensor op
de evenwichtsfles, of achter de
warmtewisselaar
De evenwichtsflestemperatuursensor T0 moet met prioriteit
met de EM100 worden verbonden. Bij cv-ketels met EMS plus
kan de sensor ook op het toestel of een MM100 worden aange-
sloten.
Installatie op de evenwichtsfles
(
afbeelding 23 en 25 aan het einde van het document)
Positie temperatuursensor aanvoer (T0):
Afb. 3
Positie aanvoertemperatuursensor (T0)
[1]
Alle warmtebronnen
[2]
Alle cv-circuits
A
Evenwichtsfles model 1
B
Evenwichtsfles model 2
1
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle
warmtebronnen
2
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle
warmtebronnen
3
Gemeenschappelijke aanvoertemperatuur van alle
cv-circuits
4
Gemeenschappelijke retourtemperatuur van alle
cv-circuits
T0
Temperatuursensor aanvoer op de evenwichtsfles
T0 moet zodanig worden geplaatst, dat
3
onafhankelijk van
het debiet aan de zijde van alle warmteproducenten [1] wordt
geregistreerd. Alleen zo kan de regeling ook bij kleine belastin-
gen stabiel werken.
Voor een optimaal regelgedrag, moet er aan alle zijden van de
temperatuursensor stroming zijn. Dit kan worden bereikt door
een combinatie van een T-stuk, een kraanverlenging en een
sensorset.
Geoptimaliseerde sensormontage achter de
warmtewisselaar
De temperatuursensor (T0) moet op de aanvoer naar de warm-
tewisselaar aan de secundaire zijde (vochtsensor) worden ge-
monteerd (
afbeelding 24 aan het einde van het document).
Voor een geoptimaliseerde sensormontage achter de warmte-
wisselaar bestaan er twee mogelijkheden (
positie [1] met
hoekschroefverbinding en positie [2], Afb. 4 "Geoptimali-
seerde sensormontage"):
0 010 013 230-001
1
2
A
1
2
B
T0
T0
ϑ
1
ϑ
3
ϑ
2
ϑ
4
ϑ
1
ϑ
3
ϑ
2
ϑ
4