![BTI 9 049 759 Original Instructions Manual Download Page 53](http://html1.mh-extra.com/html/bti/9-049-759/9-049-759_original-instructions-manual_2825115053.webp)
Nederlands |
53
2 609 140 980 • 10.12.12
Technische gegevens
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat het
onder „Technische gegevens” beschreven product
voldoet aan de volgende normen en normatieve
documenten: EN 61010-1:2010-10,
EN 61326-1:2006-05, EN 301489-3:2002-08,
EN 301489-1:2008-04, EN 300330-1:2010-02,
EN 300330-2:2010-02 volgens de bepalingen van
de richtlijnen 2011/65/EU, 2004/108/EG en
1999/5/EG.
BTI Befestigungstechnik GmbH & Co. KG
D-74653 Ingelfingen
Ingelfingen, 04.12.2012
Montage
Batterij inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wor-
den alkalimangaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel
14
wilt openen, drukt u
op de vergrendeling
15
in de richting van de pijl en
klapt u het batterijvakdeksel omhoog. Plaats de
meegeleverde batterij. Let daarbij op de juiste
poolaansluitingen zoals aangegeven op de binnen-
zijde van het batterijvak.
De batterij-indicatie
h
geeft altijd de actuele status
van de batterij aan:
–
Batterij is volledig opgeladen
–
Batterij heeft twee derde van de capaciteit
of minder
–
Batterij heeft een derde van de capaciteit
of minder
–
Batterij vervangen
Neem de batterij uit het meetgereedschap als
u het gedurende lange tijd niet gebruikt.
De
batterij kan, als deze lang wordt bewaard, roes-
ten of zijn lading verliezen.
Gebruik
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht
en fel zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan ex-
treme temperaturen of temperatuurschomme-
lingen. Laat het bij grote temperatuurschom-
melingen eerst op de juiste temperatuur
komen voordat u het inschakelt.
Bij extreme
temperaturen of temperatuurschommelingen
kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap en de weergave in het display nadelig
worden beïnvloed.
Het gebruik of de activiteit van zendinstallaties
zoals WLAN, UMTS, vluchtradar, zendmasten
of microgolven in de nabije omgeving kan de
meetfunctie beïnvloeden.
Ingebruikneming
In- en uitschakelen
Controleer voor het inschakelen van het meet-
gereedschap dat het sensorgedeelte 12 niet
vochtig is.
Wrijf het meetgereedschap indien no-
dig droog met een doek.
Als het meetgereedschap is blootgesteld aan
een sterke temperatuurwisseling, laat u het
voor het inschakelen op de juiste temperatuur
komen.
Als u het meetgereedschap wilt
inschakelen
, drukt
u op de aan/uit-toets
5
.
Digitale detector
Multi-Detektor
Art. nr.
9 049 759
Max. detectiediepte*
– Ijzer
– Non-ferrometaal (koper)
– Stroomvoerende leidingen
110–230 V (bij aangesloten
spanning)**
– Hout
120 mm
80 mm
50 mm
38 mm
Automatische uitschakeling
na ca.
5 min
Bedrijfstemperatuur
–
10 °C...+50 °C
Bewaartemperatuur
–
20 °C...+70 °C
Batterij
1 x 9 V 6LR61
Gebruiksduur ca.
5 h
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
270 g
Beschermingsklasse
IP 54 (stof- en
spatwaterbe-
scherming)
*afhankelijk van de functie, het materiaal en de grootte van
de voorwerpen en van het materiaal en de toestand van de
ondergrond
**Kleinere detectiediepte bij niet-spanningvoerende
leidingen
Het meetresultaat kan onnauwkeurig zijn als de
ondergrond ongunstig is.
ppa. Stephan Uder
Head of Procurement
Department
ppa. Christian Hasenest
Head of Business Unit
Construction
OBJ_BUCH-1832-001.book Page 53 Monday, December 10, 2012 12:56 PM