NEDERLANDS
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BRITEQ
®
39/68
SPECTRA 3D LASER
DMX-kanalengrafiek wanneer ILDA is aangesloten
KANAAL
WAARDE
BESCHRIJVING
CH1
Raster rotatie
000-004
Geen raster roteren
005-127
Rechtsom raster roteren
128-133
Geen raster roteren
134-255
Linksom raster roteren
CH2
Rastereffect
000-031
Laser 3D-effect
032-063
Gescande bundeleffect (patrooneffect)
064-095
Laser Lumia-effect
096-127
Gescande bundeleffect (patrooneffect)
128-159
Uitbarsting rastereffect
160-191
Gescande bundeleffect (patrooneffect)
192-223
Laser universeel effect
224-255
Gescande bundeleffect (patrooneffect)
#4 ILDA-BESTURING:
Deze laser kan worden bestuurd via elke PC uitgerust met ILDA compatibele software en hardware. Zodra
de ILDA-ingang (17) van de laser is aangesloten met een ILDA compatibele controller, zal het automatisch
naar de ILDA-besturingsmodus overschakelen. Vanaf dat moment wordt de laser volledig bestuurd door
de ILDA-software: de mogelijkheden van de ILDA-software zal bepalen wat u wel of niet kunt doen.
ILDA software en hardware zijn verkrijgbaar bij verschillende onafhankelijke leveranciers. Sommige
mogelijke keuzes zijn:
-
PHOENIX software (www.bocatec.de)
-
PANGOLIN software (www.pangolin.com)
-
En vele andere, aan u en uw financiën om te zien wat het beste is voor uw behoeften
ONDERHOUD
Zorg ervoor dat het gebied onder de installatieplaats tijdens het takelen, onttakelen en onderhoud vrij is
van ongewenste personen.
Schakel het apparaat uit, ontkoppel het netsnoer en wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
Tijdens de inspectie moeten de volgende punten worden gecontroleerd:
Alle schroeven gebruikt voor het installeren van het apparaat of onderdelen van het apparaat, moeten
stevig worden bevestigd en mogen niet gecorrodeerd zijn.
Behuizingen, bevestigingen en installatieplaatsen (plafond, dragers, ophangingen) moeten volledig vrij van
vervorming zijn.
Wanneer een optische lens zichtbaar door scheuren of diepe krassen is beschadigd, moet het worden
vervangen.
De netsnoeren moeten in perfecte conditie zijn en onmiddellijk worden vervangen wanneer zelfs een klein
probleem wordt gedetecteerd.
Om het apparaat tegen oververhitting te beschermen moeten de ventilatoren (indien aanwezig) en
ventilatieopeningen maandelijks worden gereinigd.
Het interieur van het apparaat moeten jaarlijks met een stofzuiger of luchtstraal worden gereinigd.
Het reinigen van de interne en externe optische lenzen en/of spiegels moet regelmatig worden uitgevoerd
om de lichtopbrengst te optimaliseren. De frequentie van reiniging hangt af van de omgeving waarin de
armatuur werkt: een vochtige, rokerige of bijzonder vuile omgeving kan leiden tot een grotere opeenhoping
van vuil op de optiek van het apparaat.