Instructies voor gebruik
Gebruiksaanwijzing percutane leads
nl
WAARSCHUWING:
Wissel de voerdraad van de lead niet als de elektrodenreeks van de lead in het
schuine gedeelte van de inbrengnaald zit. Als de elektrodenreeks in het schuine gedeelte zit, verwijder
dan de lead uit de inbrengnaald voordat u van voerdraad wisselt. Het inbrengen van de voerdraad in
de lead terwijl de elektrodenreeks in het schuine gedeelte van de inbrengnaald zit, verhoogt het risico
dat de lead of weefsel beschadigd raakt.
WAARSCHUWING:
Als de voerdraad verwijderd is en opnieuw is ingebracht, gebruik dan geen
overmatige kracht wanneer u de voerdraad in de lead inbrengt. Het gebruik van instrumenten, zoals
tangen, om de voerdraad tijdens het inbrengen beet te pakken, wordt niet aanbevolen omdat dit te veel
kracht op de lead aanbrengt en de lead en/of weefsel beschadigd kan raken
.
10. Geleid de lead tot het gewenste wervelniveau onder fluoroscopische begeleiding. Er moet voldoende
lead (minstens 10 cm, of ongeveer drie wervels) in de epidurale ruimte aanwezig zijn om te helpen bij
leadstabilisatie.
11. Ga door naar de instructies voor het aansluiten op de operatiekamerkabel in de gebruiksaanwijzing
van het betreffende SCS-systeem, zoals vermeld in uw
referentiehandleiding
.