– 102 –
A1 February 03/Trb
Voortzetting handleiding
Nederlands
Toegang tot het geheugen van alarmbeelden:
Alarmbeelden kunnen voor of na het bevestigen worden bekeken. Voor het
omschakelen van livebeeld naar alarmbeelden impuls-/draaischakelaar kort
indrukken.
Geen alarmbeelden aanwezig =
.
Als er alarmbeelden zijn, verschijnt een indicatie “0“ op het monitorbeeld, d.w.z.
op dit tijdstip werd het alarm gegenereerd.
Impuls-/draaischakelaar draaien:
links, beelden voor alarm “–”
rechts, beelden na alarm “+”.
In het alarmbeeld en beelden na alarm is het actieve object rood omrand. De
eerste detectie van het object wordt geel omrand. De beweging van het object
wordt met een groene lijn tussen de gele en rode omlijnd. Neem ook
paragraaf 3.1 in acht (heterodynelijnen bij kleur- en S/W-signalen). Als een
beeld langer dan 5 sec. wordt getoond, worden de lijnen verborgen. Bij het
doorschakelen naar beelden voor en na het alarm worden deze eerst met
vensters weergegeven. Door nogmaals kort drukken, wordt de modus
alarmbeeld verlaten. Als in het alarmgeheugen gedurende 60 sec. geen
handeling plaatsvindt, wordt het livebeeld getoond.