
1 689 989 475 | 2020-05-01
Robert Bosch GmbH
1
2
3
(1) Afstand tot voertuig
(2) Hoogte van de tripelspiegel
(3) Offset ten opzichte van langsmiddenniveau voertuig
VOORZICHTIG – Gevaar voor letsel door vallende ob‐
jecten van.
3. Lijnlaser altijd met de vangkabel borgen.
4. SCT 815 met behulp van laserafstandsmeter op aan‐
gegeven afstand tot het voertuig positioneren.
5. SCT 815 met de luchtbelwaterpas op de houder voor
de lijnlaser en de weergave van de hellinghoek de la‐
serafstandsmeter nivelleren.
6. SCT 815 met behulp van de lijnlaser tot het langs‐
middenniveau van het voertuig uitlijnen.
7. Nivellering van SCT 815 en de afstand tot het voer‐
tuig controleren en eventueel corrigeren.
8. Met behulp van de laserafstandsmeter de opgegeven
hoogte van de tripelspiegel instellen.
9. Tripelspiegel met de offset ten opzichte van het
langsmiddenniveau voertuig op de klemhouder ver‐
schuiven.
— Indien de offset tot het langsmiddenniveau van
het voert groter is dan 25 cm, SCT 815 met be‐
hulp van twee hulplijnen met de betreffende off‐
set ten opzichte van het langsmiddenniveau voer‐
tuig verschuiven.
10. Houder voor de laserafstandsmeter verwijderen.
11. Lijnlaser verwijderen.
De metalen oppervlakken van de houder voor de
laserafstandsmeter en de lijnlaser kunnen de kali‐
bratie verstoren.
12. Radarsensor met behulp van een diagnosesoftware
kalibreren.
---Separator---
4.2
Lijnlaser op SCT 815 bevestigen
1. Positioneerpen
(1)
op de houder voor de lijnlaser
aanhouden.
2. Boorbussen
(2)
aan de onderzijde van de lijnlaser
aanhouden.
11
22
3
4
5
(1) Positioneerpennen
(2) Boorbussen
(3) Magneet
(4) Vangkabel
(5) Borgring
3. Lijnlaser met de boorbussen op de positioneerpen‐
nen positioneren.
Lijnlaser wordt door de magneet
(3)
in de houder
aangetrokken.
Positioneerpennen zitten in de boorbussen van de
lijnlaser.
Lijnlaser zit vast op de houder en kant niet wor‐
den verdraaid.
4. Vangkabel
(4)
aan de houder voor de lijnlaser aan de
borgring
(5)
van de lijnlaser bevestigen.
Lijnlaser is geborgd tegen vallen.
---Separator---
4.3
Afstand van SCT 815 tot voertuig in‐
stellen
De afstand van SCT 815 tot het voertuig wordt in de
betreffende beknopte handleiding opgegeven. De voer‐
tuigspecifieke afstand bevindt zich in de kolom met het
volgende pictogram.
1. Betreffende beknopte handleiding gebruiken.
2. De afstand van SCT 815 tot het betreffende voertuig
uitlezen.
3. SCT 815 op de geleidingsstangen optillen en op het
oog op de aangegeven afstand midden voor het
voertuig plaatsen.
4. Houder voor laserafstandsmeter
(1)
op tripelspiegel
(2)
positioneren.
4712008-06_shd
1
2
1
(1) Houder voor laserafstandsmeter
(2) Tripelspiegel
5. Waarborg, dat de randen van de tripelspiegel
(1)
in
het midden door de groeven
(2)
in de houder voor
de laserafstandsmeter verlopen.
SCT 815 | 167 | nl
Summary of Contents for SCT 815
Page 271: ......