
Nederlands |
81
A
B
– Het meetgereedschap zodanig in de hoogte uitlijnen (met
het statief of eventueel door onderlegmateriaal), dat het
kruispunt van de laserlijnen exact het eerder gemarkeer-
de punt
Ⅱ
op wand B raakt.
d
180°
A
B
– Draai het meetgereedschap 180°, zonder de hoogte te
wijzigen. Het zodanig op de wand A richten, dat de verti-
cale laserlijn door het eerder gemarkeerde punt
Ⅰ
loopt.
Laat het meetapparaat zich nivelleren en markeer het
kruispunt van de laserlijnen op de wand A (punt
Ⅲ
).
– Het verschil
d
van de beide gemarkeerde punten
Ⅰ
en
Ⅲ
op de wand A geeft de werkelijke hoogteafwijking van het
meetgereedschap.
Op het meettraject van 2 ×
5
m =
10
m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10
m × ±
0,3
mm/m = ±
3
mm. Het verschil
d
tussen de pun-
ten
Ⅰ
en
Ⅲ
mag dus maximaal
3
mm bedragen.
Nivelleernauwkeurigheid van de horizontale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een vrij vlak van ca. 5 ×
5
m nodig.
– Monteer het meetgereedschap in het midden tussen de
muren A en B op een statief of plaats het op een stevige,
vlakke ondergrond. Kies horizontale lijnmodus met auto-
matische nivellering en laat het meetgereedschap nivelle-
ren.
2,5 m
5,0 m
A
B
– Markeer op een afstand van 2,5 m van het meetgereed-
schap op beide muren het midden van de laserlijn (punt
Ⅰ
op muur A en punt
Ⅱ
op muur B).
2,5 m
d
5,0 m
2,
5 m
5,0 m
0 m
A
B
– Plaats het meetgereedschap 180° gedraaid op een af-
stand van 5 m en laat het nivelleren.
– Lijn het meetgereedschap in hoogte zodanig uit (met be-
hulp van het statief of eventueel door onderlegmateriaal)
dat het midden van de laserlijn precies het tevoren ge-
markeerde punt
Ⅱ
op muur B raakt.
– Markeer op muur A het midden van de laserlijn als punt
Ⅲ
(verticaal boven of onder punt
Ⅰ
).
– Het verschil
d
van de beide gemarkeerde punten
Ⅰ
en
Ⅲ
op de muur A levert de daadwerkelijke afwijking van het
meetgereedschap van de horizontale lijn op.
Op het meettraject van 2 ×
5
m =
10
m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10
m × ±
0,3
mm/m = ±
3
mm. Het verschil
d
tussen de pun-
ten
Ⅰ
en
Ⅲ
mag dus maximaal
3
mm bedragen.
Nivelleernauwkeurigheid van de verticale lijn
controleren
Voor de controle heeft u een deuropening nodig met (op een
stabiele ondergrond) aan beide zijden van de deur minstens
2,5 meter ruimte.
– Zet het meetgereedschap op 2,5 meter afstand van de
deuropening op een vlakke en stabiele ondergrond (niet
op een statief). Kies verticale lijnmodus met automati-
Bosch Power Tools
1 609 92A 4HG | (12.11.2020)