background image

25

Reiniging en onderhoud

Reiniging

Wanneer het apparaat koud is, reinig het met een spons, water 

en zeep.
Reinig na elk gebruik het oppervlak van de verschillende 

elementen van de brander, nadat deze is afgekoeld. 

Achtergebleven resten (aangekoekt voedsel, vetdruppels, enz.), 

hoe weinig ook, zetten zich vast op het oppervlak en zijn later 

moeilijker te verwijderen. Voor een correcte vlam moeten de 

openingen en gleuven schoon zijn. 
De beweging van sommige pannen kan metaalresten 

achterlaten op de roosters.
Reinig de branders en de roosters met zeepsop en wrijf erover 

met een niet-metalen borstel.
Indien de roosters rubber voetjes hebben, wees voorzichtig bij 

het reinigen hiervan. De voetjes kunnen losraken en het rooster 

kan de kookplaat krassen.
Droog de branders en de roosters altijd volledig. De 

aanwezigheid van waterdruppels of vochtige zones bij de 

aanvang van het koken kan het email beschadigen.
Na het reinigen en drogen van de branders, zorg dat de 

branderdeksels juist geplaatst zijn op de diffusor.

Attentie!

Gebruik geen stoomreinigers. Dit zou de kookplaat kunnen 

beschadigen.

Gebruik nooit schuurmiddelen, staalsponzen, snijdende 

voorwerpen, messen, enz. om aangekoekte voedselresten 

van de kookplaat te verwijderen.

Gebruik geen messen, schrapers of soortgelijk om de 

verbinding van het glas met de sierstrippen van de branders, 

metalen profielen te reinigen noch op de panelen van glas of 

aluminium indien aanwezig.

Onderhoud

Reinig meteen gemorste vloeistof. Zo wordt vermeden dat de 

etensresten zouden kleven en bespaart u onnodige 

inspanningen.

Schuif de pannen niet over het glas, aangezien er anders 

krassen kunnen ontstaan. Vermijd ook het vallen van harde of 

scherpe voorwerpen op het glas. Stoot niet tegen de randen 

van de kookplaat.

De zandkorrels (bijvoorbeeld afkomstig van de reiniging van 

bladgroenten en groenten) krassen het oppervlak van het glas.

Gesmolten suiker of voedsel met een hoog suikergehalte dat 

gemorst wordt, moet onmiddellijk verwijderd worden van de 

kookzone met behulp van de glasschraper.

Afwijkingen verhelpen

In sommige gevallen kunnen de waargenomen afwijkingen 

gemakkelijk verholpen worden. Neem de volgende 

raadgevingen in acht alvorens de Technische dienst te bellen:

Afwijking

Mogelijke oorzaak

Oplossing

De algemene elektrische 

werking is defect.

Defecte zekering.

Controleer in de zekeringkast of de zekering stuk 

is en vervang deze.

De magnetothermische schakelaar of een differen-

tieel is uitgeschakeld.

Controleer in het algemeen schakelbord of de 

magnetothermische schakelaar of een differentieel 

zijn uitgeschakeld.

De automatische vonkont-

steking werkt niet.

Er kunnen zich etensresten of resten van reini-

gingsmiddelen tussen de bougies en de branders 

bevinden.

De ruimte tussen de bougie en de brander moet 

schoon zijn.

De branders zijn nat.

Droog de branderdeksels zorgvuldig.

De branderdeksels zijn niet juist geplaatst.

Controleer of de deksels juist geplaatst zijn.

Het apparaat is niet geaard, niet goed aangeslo-

ten of de aardleiding is defect.

Neem contact op met de elektrische installateur.

De vlam van de brander is 

niet gelijkmatig.

De onderdelen van de brander zijn niet juist 

geplaatst.

Plaats de onderdelen op de juiste manier.

De gleuven van de brander zijn vuil.

Reinig de gleuven van de brander.

De gasstroom lijkt niet nor-

maal of er komt geen gas 

uit.

De gasuitlaat is afgesloten met de tussenliggende 

kranen.

Zet eventuele afsluitkranen open.

Indien het gas uit een gasfles komt, kijk of deze 

leeg is.

Vervang de gasfles.

Het ruikt naar gas in de 

keuken.

Er staat een gaskraan open.

Sluit de gaskranen.

De gasfles is niet goed aangesloten.

Controleer of de aansluiting perfect is.

Mogelijk gaslek.

Sluit de gaskraan, lucht de ruimte en waarschuw 

onmiddellijk een installatie-technicus die bevoegd 

is voor het controleren en certificeren van de 

installatie. Gebruik het apparaat niet totdat u er 

zeker van bent dat er geen gaslek in de installatie 

of in het apparaat is.

De veiligheidskleppen van 

een brander werken niet.

U heeft de knop niet lang genoeg ingedrukt.

Houd de knop, na het ontvlammen van de bran-

der, nog enkele seconden ingedrukt.

De gleuven van de brander zijn vuil.

Reinig de gleuven van de brander.

Summary of Contents for PPH6xxx1xx Series

Page 1: ......

Page 2: ......

Page 3: ......

Page 4: ......

Page 5: ......

Page 6: ......

Page 7: ......

Page 8: ......

Page 9: ......

Page 10: ......

Page 11: ......

Page 12: ......

Page 13: ......

Page 14: ......

Page 15: ......

Page 16: ......

Page 17: ......

Page 18: ......

Page 19: ......

Page 20: ......

Page 21: ......

Page 22: ......

Page 23: ......

Page 24: ......

Page 25: ......

Page 26: ......

Page 27: ......

Page 28: ......

Reviews: