110
| Nederlands
1 609 92A 3XP | (30.6.17)
Bosch Power Tools
Zagen met afkortbeweging
– Voor het zagen met behulp van de afkortvoorziening
36
(brede werkstukken) dient u de vastzetschroef
6
los te ma-
ken wanneer deze is vastgedraaid.
– Stel de gewenste horizontale en/of verticale verstekhoek
in.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Draai de gereedschaparm zo ver van de aanslagrail
1
weg
tot het zaagblad zich voor het werkstuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de blokkeerhendel
13
in en beweeg de gereedschap-
arm met de handgreep
12
langzaam omlaag.
– Duw nu de gereedschaparm in de richting van de aanslag-
rail
1
en zaag het werkstuk met gelijkmatige voorwaartse
beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding Q)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte
kunt u de lengtegeleider
56
(toebehoren) gebruiken.
U kunt de lengtegeleider aan beide zijden van de zaagtafelver-
lenging
27
monteren.
– Draai de blokkeerschroef
57
los en klap de lengtegeleider
56
over de klemschroef
58
.
– Draai de blokkeerschroef
57
weer vast.
– Stel de zaagtafelverlenging
27
op de gewenste lengte in
(zie „Zaagtafel verlengen”, pagina 107).
Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding R)
De diepteaanslag moet worden versteld als u een groef wilt
zagen.
– Zwenk de diepteaanslag
40
naar voren.
– Druk op de blokkeerhendel
13
en draai de gereedschap-
arm in de gewenste stand.
– Draai de instelschroef
39
tot het einde van de schroef de
diepteaanslag
40
raakt.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen
goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn
mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel
ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.
Laser instellen
Om nauwkeurig zagen te waarborgen, dient u na intensief ge-
bruik de laserstralen te controleren en indien nodig opnieuw
in te stellen.
Daarvoor is ervaring en speciaal gereedschap vereist.
De Bosch-klantenservice voert deze werkzaamheden snel en
vakkundig uit.
Opmerking:
Voor het testen van de laserfunctie moet het
elektrische gereedschap op de stroomvoorziening zijn aange-
sloten.
Bedien tijdens het instellen van de laser (bijv. bij het
bewegen van de gereedschaparm) nooit de aan/uit-
schakelaar.
Onbedoeld starten van het elektrische ge-
reedschap kan tot letsel leiden.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de zaagtafel
18
tot aan de inkeping
25
voor 0°. De
hendel
22
moet merkbaar in de inkeping vastklikken.
Controleren: (zie afbeelding S1)
– Teken op het werkstuk een rechte zaaglijn.
– Druk de blokkeerhendel
13
in en beweeg de gereedschap-
arm met de handgreep
12
langzaam omlaag.
– Stel het werkstuk zo af dat de tanden van het zaagblad en
de zaaglijn op één lijn liggen.
– Houd het werkstuk in deze stand vast en beweeg de ge-
reedschaparm langzaam weer omhoog.
– Span het werkstuk vast.
– Schakel de laserstralen met de schakelaar
32
in.
De laserstralen moeten over de volledige lengte links en
rechts op dezelfde afstand van de op het werkstuk getekende
zaaglijn lopen, ook als de gereedschapsarm omlaag wordt be-
wogen.
Aansluiting instellen: (zie afbeelding S2)
1. Instellen van de rechter laserstraal:
– Draai de stelschroef
59
met de binnenzeskantsleutel
(2,5 mm)
60
tot de rechter laserstraal over de gehele leng-
te gelijk loopt met de zaaglijn die op het werkstuk is afgete-
kend.
Daarbij wordt de linker laserstraal meebewogen.
Als u tegen de klok in draait, beweegt de laserstraal van links
naar rechts. Als u met de klok mee draait, beweegt de laser-
straal van rechts naar links.
2. Instellen van de linker laserstraal:
– Draai de stelschroef
61
met de binnenzeskantsleutel
(2,5 mm)
60
tot de linker laserstraal dezelfde afstand tot
de op het werkstuk getekende zaaglijn heeft als de rechter
laserstraal.
Als u tegen de klok in draait, beweegt de laserstraal van links
naar rechts. Als u met de klok mee draait, beweegt de laser-
straal van rechts naar links.
Parallelliteit instellen: (zie afbeelding S3)
– Verwijder de vier schroeven
62
van de laserbeschermkap
14
met een kruisgleufschroevendraaier.
Opmerking:
Om de voorste schroeven van de laserbe-
schermkap te bereiken, moet u de pendelbeschermkap
naar achteren zwenken.
– Draai de bevestigingsschroef
63
ca. 1–2 slagen met de
binnenzeskantsleutel (2,5 mm)
60
los.
Draai de schroef niet helemaal uit.
– Verschuif de montageplaat van de laser naar rechts of naar
links tot de laserstralen over de volledige lengte parallel
aan de op het werkstuk getekende zaaglijn lopen.
– Houd de montageplaat van de laser in deze stand vast en
draai de bevestigingsschroef
63
weer vast.
– Controleer na het instellen opnieuw de aansluiting op de
zaaglijn. Stel indien nodig de laserstralen met de stel-
schroeven
57
nogmaals af.
– Bevestig het laserbeschermkapje
14
weer.
OBJ_BUCH-2953-002.book Page 110 Friday, June 30, 2017 11:46 AM