26
Verzadigingsindicatie
Wanneer het metalen vetfilter of het actief koolfilter is verzadigd,
klinkt na uitschakeling van de ventilator gedurende ca. 4
seconden een signaal.
Op het display knipperen de betreffende symbolen:
■
Metalen vetfilter:
#
■
Actief koolfilter:
’
#
■
Metalen vetfilter en actief koolfilter: # en
’
#
knipperen
gelijktijdig
Uiterlijk op dit moment dienen de metalen vetfilters
schoongemaakt en/of het actief koolfilter vervangen te worden,
zie het hoofdstuk
Reinigen en onderhoud
en neem de
installatie-instructies bij de toebehoren in acht.
Een verzadigingsindicatie terugzetten
Toets - ingedrukt houden tot de verzadigingsindicatie niet meer
knippert.
De verzadigingsindicatie is teruggezet.
Verzadigingsindicaties terugzetten
1.
Toets - ingedrukt houden tot de verzadigingsindicatie voor
het metalen vetfilter niet meer knippert.
De verzadigingsindicatie voor het metalen vetfilter is
teruggezet.
2.
Toets - ingedrukt houden tot de verzadigingsindicatie voor
het actief koolfilter niet meer knippert.
De verzadigingsindicatie voor het actief koolfilter is
teruggezet.
Display omschakelen naar gebruik met circulatielucht
Voor gebruik met circulatielucht moet het display van de
elektronische regeling worden omgeschakeld:
1.
Controleer of de afzuigkap aangesloten en uitgeschakeld is.
2.
Toets
%
en - tegelijkertijd indrukken tot bij de starter set voor
circulatielucht het symbool
™
#
of bij de circulatiemodule
CleanAir het symbool
’
#
verlicht is.
De elektronische regeling is weer ingesteld op circulatielucht.
Display omschakelen naar gebruik met afvoerlucht
1.
Controleer of de afzuigkap aangesloten en uitgeschakeld is.
2.
Toets
%
en - tegelijkertijd indrukken tot het symbool
#
wordt
weergegeven.
De elektronische regeling is weer ingesteld op afvoerlucht.
Geluidssignaal
Geluidssignaal inschakelen
Bij een uitgeschakelde ventilator gelijktijdig de toetsen
%
en +
ca. 3 seconden ingedrukt houden. Er klinkt een signaal. Het
geluidssignaal is ingeschakeld.
Geluidssignaal uitschakelen
Bij een uitgeschakelde ventilator gelijktijdig de toetsen
%
en +
ca. 3 seconden ingedrukt houden. Er klinkt een signaal. Het
geluidssignaal is uitgeschakeld.
Bedieningspaneel variant 2
Bedieningspaneel
Ventilator instellen
Aanwijzing:
Pas de ventilatorstand altijd aan de actuele
omstandigheden aan. Kies bij een sterke dampvorming ook
een hoge ventilatorstand.
Inschakelen
1.
Toets
%
indrukken.
De ventilator start in ventilatorstand
ƒ
.
2.
Toets + of - indrukken om een andere ventilatorstand in te
stellen.
Uitschakelen
Toets
%
indrukken.
Intensief-stand
Bij sterke geur- en dampvorming kunt u de intensief-stand
gebruiken.
1.
Toets + indrukken tot op het display ventilatorstand
„
wordt
weergegeven.
2.
Toets + indrukken.
De intensiefstand
‚
is geactiveerd.
3.
Toets + indrukken.
De intensiefstand
ƒ
is geactiveerd.
Aanwijzing:
De looptijd van de intensiefstand bedraagt ca.
6 minuten. Na afloop hiervan schakelt het toestel terug naar
een lagere ventilatorstand.
4.
Toets - indrukken tot de gewenste ventilatorstand bereikt is.
De intensiefstand is beëindigd.
Naloop ventilator
De naloop van de ventilator is mogelijk in elke ventilatorstand,
behalve bij de intensiefstanden
‚
en
ƒ
.
1.
Gewenste ventilatorstand kiezen.
2.
Toets
r
indrukken.
Op het display wordt
Š
min
r
weergegeven:
Na 9 minuten schakelt de ventilator automatisch uit.
Nalooptijd van de ventilator instellen
Voor de ventilator kunt u een nalooptijd van 1 tot 9 minuten
instellen.
Zodra
Š
min
r
op het display wordt weergegeven, met de
t en - de gewenste nalooptijd van de ventilator
instellen.
Verlichting
U kunt de verlichting onafhankelijk van de ventilatie in- en
uitschakelen.
Inschakelen of uitschakelen
Toets
B
indrukken.
Helderheid instellen
Houd de toets
B
ingedrukt tot de gewenste helderheid
verkregen is.
Verklaring
%
Ventilator Aan/Uit
#
Verzadigingsindicatie uitschakelen
ERRVW
-
Ventilatorstanden verlagen
+
Ventilatorstanden verhogen/Intensiefstand 1, 2
r
Naloop ventilator
B
Licht Aan/Uit/Dimmen
Verklaring