25
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
trekken, of de stekker uit het stopcontact te halen. Houd
het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie, scherpe
randen, of bewegende onderdelen.
Beschadigde snoeren
of snoeren die in de war zijn geraakt, verhogen het risico van
een elektrische schok.
e. Gebruik, wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, alleen verlengsnoeren die zijn
goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
Het gebruik
van een verlengsnoer dat geschikt is voor buiten
vermindert het risico van een elektrische schok.
f. Als u met elektrisch gereedschap werkt op een
vochtige locatie, gebruik dan een aardlekschakelaar
(RCD).
Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het
risico van een elektrische schok.
3. Persoonlijke veiligheid
a. Blijf alert, let goed op wat u doet en ga met verstand
te werk bij het gebruik van elektrisch gereedschap.
Gebruik elektrisch gereedschap niet als u vermoeid
bent of als u onder invloed van drugs, alcohol of
medicatie bent.
Een moment van onoplettendheid tijdens
het werken met elektrisch gereedschap kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
b. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag
altijd oogbescherming.
Beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, antislip
veiligheidsschoenen, een helm, of gehoorbescherming,
gebruikt in de juiste omstandigheden, zal het risico op
persoonlijk letsel verminderen.
c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer, voor u
de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu
plaatst, en voor u het gereedschap oppakt en draagt,
dat de schakelaar in de uit-stand staat.
Het dragen van
elektrisch gereedschap met uw vinger op de schakelaar of
het aanzetten van elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar aan staat, kan leiden tot ongelukken.
d. Verwijder stelsleutels of steeksleutels voordat u het
elektrisch gereedschap inschakelt.
Een steeksleutel of
een inbussleutel in een draaiend deel van het elektrisch
gereedschap kan tot persoonlijk letsel leiden.
e. Reik niet buiten uw macht. Blijf altijd stevig en in
balans op de grond staan.
Dit geeft u betere controle
over het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties.
f. Kleed u naar behoren. Draag geen losse kleding of
sieraden. Houd uw haar en kleding uit de buurt van
bewegende delen.
Loszittende kleding, sieraden of lang
haar kunnen door bewegende delen worden gegrepen.
g. Als voorzieningen voor stofafzuiging of een
stofreservoir kunnen worden gemonteerd, controleer
dan dat deze zijn aangesloten en op de juiste wijze
worden gebruikt.
Het gebruik van stofafzuiging kan aan
stof gerelateerde gevaren verminderen.
h. Word niet gemakzuchtig doordat u door veelvuldig
gebruik vertrouwd bent geraakt met het gereedschap,
en verlies niet de veiligheidsbeginselen uit het oog.
Een onvoorzichtige handeling kan in een fractie van een
seconde ernstig letsel tot gevolg hebben.
4. Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
a. Overbelast het elektrisch gereedschap niet. Gebruik
het juiste elektrisch gereedschap voor uw toepassing.
Met het juiste elektrisch gereedschap kunt u de
werkzaamheden waarvoor het gereedschap is ontworpen,
beter en veiliger uitvoeren.
b. Gebruik het elektrisch gereedschap niet als de
schakelaar niet goed werkt.
Ieder elektrisch
gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden
bediend, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c. Haal de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de
accu, indien afneembaar, van het elektrisch
gereedschap voordat u aanpassingen maakt,
accessoires verwisselt of elektrisch gereedschap
opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrisch gereedschap per
ongeluk wordt gestart.
d. Bewaar elektrisch gereedschap dat niet wordt
gebruikt, buiten bereik van kinderen.
Laat niet personen die er niet vertrouwd mee zijn en
deze aanwijzingen niet hebben gelezen met het
gereedschap werken.
Elektrisch gereedschap is
gevaarlijk in handen van ongetrainde gebruikers.
e. Onderhoud elektrisch gereedschap en accessoires
goed. Controleer dat bewegende delen van het
elektrisch gereedschap wel goed functioneren en niet
klemmen, en dat er niet onderdelen zodanig zijn
gebroken of beschadigd dat de werking van het
gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat het
gereedschap voor gebruik repareren als het
beschadigd is.
Veel ongelukken worden veroorzaakt door
slecht onderhouden elektrisch gereedschap.
f. Houd zaag- en snijgereedschap scherp en schoon.
Goed onderhouden zaaggereedschap met scherpe
snijvlakken loopt minder snel vast en is gemakkelijker
onder controle te houden.
g. Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, zaagjes
en boortjes, enz., volgens deze aanwijzingen. Let
daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden.
Gebruik van het elektrisch gereedschap voor
werkzaamheden die anders zijn dan bedoeld, kan leiden
tot een gevaarlijke situatie.
h. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van olie en
vet. Gladde handgrepen en greepoppervlakken maken
het moeilijk het gereedschap veilig te hanteren en
onder controle te houden in onverwachte situaties.