Handleiding
6
Nederlands
Als de etenswaren gaar zijn maar de baktijd nog niet verstreken
is, kunt u de oven uitschakelen door de functie-instelling naar de
stand te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de
oven verwarmt niet meer.
8. Doe ovenhandschoenen aan.
9. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
10. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven.
11. Sluit de ovendeur.
12. Neem de etenswaren van de bakplaat (17) en plaats
deze op een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
13. Draai als u klaar bent met bakken de functie-instelling naar
de stand en neem de stekker (3) uit het stopcontact.
Werking - grillen
Met de grillfunctie kunt u vlees, vis, gevogelte en ovenschotels van een goudbruin korstje voorzien.
1. Open de ovendeur. (12)
2. Plaats de bakplaat (17) of het rooster (18) in de onderste sleuven in de oven. De bakplaat vangt eventuele
sappen en vetten tijdens het grillen op en voorkomt dat deze op het onderste verwarmingselement
komen.
3. Plaats het rooster met de etenswaren in de middelste of bovenste sleuven in de oven.
4. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht te kunnen laten circuleren.
5. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling(5).
6. Draai de functie-instelling naar de stand (6).
7. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling(7). De bereidingstijd is afhankelijk van de soort
etenswaren en de hoeveelheid ervan.Het aan/uit-indicatielampje (8) gaat aan.
8. Grill de etenswaren totdat deze gaar zijn. Aan het einde van de grilltijd is een geluidsignaal hoorbaar
en schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
Als de etenswaren gaar zijn maar de grilltijd nog niet verstreken is, kunt u de oven uitschakelen door de
functie-instelling naar de stand te draaien. De timer loopt dan nog wel door, maar de oven verwarmt
niet meer.
9. Doe ovenhandschoenen aan.
10. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
11. Neem het rooster met de etenswaren met de
uitneemgreep uit de oven.
12. Neem de etenswaren van het rooster en plaats ze op
een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
13. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven.
Voorzichtig! Eventuele sappen en vetten op de bakplaat
zijn heet!
14. Sluit de ovendeur.
15. Draai als u klaar bent met grillen de functie-instelling
naar de stand en neem de stekker uit het
stopcontact.
Werking - draaispit gebruiken
Met het draaispit (13) kunt u vlees en gevogelte mooi egaal bruin roosteren.
1. Open de ovendeur.
2. Plaats de bakplaat in de onderste sleuven in de oven. De bakplaat vangt eventuele sappen en vetten
tijdens het roosteren op en voorkomt dat deze op het onderste verwarmingselement komen.
3. Verwijder de klem (14) aan het afgeronde uiteinde van het draaispit.
4. Spies het te roosteren vlees of gevogelte aan het afgeronde uiteinde op het draaispit. Zorg ervoor dat
het draaispit door het midden van het vlees of gevogelte steekt.
5. Zet het te grillen vlees of gevogelte met de klemmen op het draaispit vast.
6. Plaats het draaispit met het vlees of gevogelte in de oven. Steek het afgeronde uiteinde van het draaispit
in de aandrijfhuls (10). Plaats het rechte uiteinde van het draaispit op de steun.
Figuur 3 Rooster uitnemen
Fig. 2 Bakplaat uitnemen