81
3. camera-instellingen en -weergave
3.1 Interface- en weergave-instellingen
Zet de camera aan om de camera-instellingen te activeren.
OK / Power:
Schakel de stroom in en uit, sla de parameterinstellingen op of voer
ze in, of sluit de weergavemodus af.
Menu:
Ga het menu in of uit.
▲
/ Ga naar: Schakel de instellingen.
▼
/ Naar beneden: Opties Parameterschakeling, het handmatig maken
van een foto of het opnemen van een video.
Wanneer de camera in de ON-modus staat, wordt het scherm geacti-
veerd en wordt het volgende weergegeven:
Cameramodus
Beeldgrootte
Signaalsterkte
Mobiele
telefoon
Aanbieder
Batterijstatus
Datum
Aantal foto's beschikbaar
Beschikbaar
geheugen
Geeft aan dat de camera de SIM-kaart detecteert.
Geeft aan dat de camera de SIM-kaart niet kan detecteren. Of de
SIM-kaart werkt niet door verbindings-/activeringsproblemen.
Opmerking:
SIM-kaart / signaalsterkte / telecomaanbieders worden al-
leen weergegeven op modellen met een communicatiefunctie.
Simkaart
Tijd