24
Aanwijzingen voor veiligheid en bediening
1.2 Batterij
-
Maak voordat u de batterijcellen vervangt of voor u het deksel van het batterij-/zeke-
ringsvak opent alle met de BENNING IT 110 verbonden meetapparatuur los en schakel de
BENNING IT 110 uit. Anders kunnen binnenin gevaarlijke spanningen voorkomen.
-
Plaats de cellen op de juiste manier, anders functioneert de BENNING IT 110 niet en worden
de batterijen ontladen.
-
Verwijder alle batterijen uit het batterijvak als u de BENNING IT 110 gedurende een langere
periode niet gebruikt.
-
U kunt alkalinebatterijen of herlaadbare NiCd- of NiMH-accu‘s (grootte AA) gebruiken. De
gebruiksduur is aangegeven voor cellen met een nominale capaciteit van 2100 mAh.
-
Alkalinebatterijen mag u niet herladen!
De batterijen worden alleen geladen als het laadapparaat is verbonden met de BENNING IT 110.
Ingebouwde stroombegrenzers regelen het laden en garanderen de maximale levensduur van de
accu‘s. De volgende afbeelding toont de polariteit van de aansluiting van de lader.
Polariteit van de aansluiting van de laadbus
Advies:
-
Gebruik alleen de door de fabrikant of verkoper van de BENNING IT 110 geleverde lader om
brand of elektrische schokken te voorkomen.
2. Display
Legenda:
1
Aanduiding van de hoofdfunctie
2
Aanduiding van de functie of subfunctie
3
Meetparameters en grenswaarden
4 Resultaat
In dit veld worden het hoofdresultaat en de deelresultaten getoond, samen met de status
BESTANDEN/NICHT BESTANDEN/ABBRUCH (PASS/FAIL/ABORT).
5
Online spanning- en uitgangbewaking
6 Berichten
In dit veld worden de batterijstatus en waarschuwingen/berichten met betrekking tot de
eigenlijke meetwaarde weergegeven.
