49
Nederlands
ladder een verhoogd risico
vormen voor uw veiligheid.
–
Zorg ervoor dat tijdens het
vervoer van de ladder op
dakdragers of in een
vrachtwagen de ladder op
passende wijze is vastgemaakt
om persoonlijk letsel en materiële
schade te voorkomen.
–
Controleer de ladder
na de levering en voor
de eerste
ingebruikname om de toestand
en de werking van alle
onderdelen vast te stellen.
–
Voer aan het begin van
elke werkdag waarop
u de ladder gebruikt
een visuele controle uit op
beschadiging en veilig gebruik
van de ladder.
–
Zorg ervoor dat de ladder
geschikt is voor het
desbetreffende doeleinde.
–
Gebruik de ladder niet
als deze is beschadigd.
–
Verwijder alle verontreinigingen
van de ladder, bijv. natte verf,
vuil, olie of sneeuw, voordat u de
ladder gebruikt.
–
Voor het gebruik van een ladder
op het werk dient een risico-
analyse plaats te vinden die
rekening houdt met de wettelijke
voorschriften van het land waar
de ladder wordt gebruikt.
–
De ladder moet op de juiste
manier worden geplaatst, bijv.
met de juiste plaatsingshoek voor
aanleunladders (hellingshoek ca.
1:4).
–
Blokkeerinrichtingen,
voor zover aanwezig,
moeten voor het
gebruik volledig
vergrendeld zijn.
–
De ladder moet op een
egale, horizontale en
onbeweegbare
ondergrond staan.
–
Een aanlegladder dient
tegen een vlak, stevig
oppervlak te leunen en
moet voor het gebruik worden
geborgd, bijv. door de
aanlegladder vast te maken of
door een geschikte voorziening.
–
De ladder mag nooit van bovenaf
in een nieuwe positie worden
gebracht.
–
Wanneer de ladder is geplaatst,
moet rekening worden gehouden
met mogelijke botsingen, bijv.
met voetgangers, voertuigen of
deuren. Sluit, indien mogelijk,
deuren en ramen in het
werkbereik, met uitzondering van
nooduitgangen.