- 111 -
6.3 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud
o
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat nooit
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien
om gevaar te voorkomen.
o
Bij schade en storingen neemt u contact op met uw verkoper of onze Klantenservice.
Let op de aanwijzingen uit punt 7 betreffende het opzoeken van de storingen.
o
Onderhoud- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerde vaklui
worden uitgevoerd, onder gebruikmaking van originele reserveonderdelen en
accessoires. Probeert u nooit zelf het apparaat te repareren!
7. Mogelijke storingen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is
aangesloten op het
lichtnet, maar het groene
controlelampje werking
brandt niet en het
apparaat warmt niet op.
•
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
•
De zekering van de
stroomvoorziening is
gesprongen.
•
De schakelkast is niet
goed geplaatst.
•
Geen contact in de
microschakelaar.
•
Haal de stekker eruit en
steek hem goed in het
stopcontact.
•
Controleer de zekering,
probeer of het apparaat
werkt in een ander
stopcontact.
•
Controleer of de
schakelkast goed is
geplaatst.
•
Neem contact op met de
leverancier.
Het groene controlelampje
stroomvoorziening brandt,
maar het apparaat
verwarmt niet, hoewel de
temperatuur is ingesteld.
•
Defecte temperatuur-
regelaar.
•
Geen contact met het
verwarmingselement.
•
Het verwarmingselement
is beschadigd
•
Neem contact op met de
leverancier.
Na enige tijd is het
verwarmingselement
gestopt met verwarmen
•
De beveiliging tegen
oververhitting heeft
gewerkt
•
Druk op de RESET-knop
op de achterkant van het
apparaat (zie blz. 109).
De bovengenoemde problemen moeten worden beschouwd als voorbeelden.
Als er zich dergelijke of vergelijkbare problemen voordoen, moet u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen en niet verder gebruiken. Wend u voor controle en
reparaties tot gekwalificeerd personeel of tot de producent.