- 83 -
6.2 Reiniging
o
Maak het apparaat regelmatig schoon.
o
Laat het apparaat volledig afkoelen.
o
Maak de behuizing en de stangen schoon met een in water met een mild
schoonmaakmiddel gedrenkte doek en spoel ze vervolgens af met schoon water om
de resten schoonmaakmiddel te verwijderen. Maak de schoongemaakte vlakken
vervolgens droog.
o
Gebruik uitsluitend zachte doekjes en pas nooit grofkorrelige schoonmaakmiddelen
toe die krassen kunnen veroorzaken op de oppervlakte van het apparaat.
o
Gebruik na het reinigen een zacht, droog doekje om de oppervlakten droog te
maken en te polijsten.
6.3 Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud
o
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat nooit
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien
om gevaar te voorkomen.
o
Bij schade en storingen neemt u contact op met uw verkoper of onze Klantenservice.
Let op de aanwijzingen uit punt 7 betreffende het opzoeken van de storingen.
o
Onderhoud- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerde vaklui
worden uitgevoerd, onder gebruikmaking van originele reserveonderdelen en
accessoires. Probeert u nooit zelf het apparaat te repareren!
7. Mogelijke storingen
Storing
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat is
ingeschakeld, maar het rode
controlelampje lichtnet
brandt niet.
•
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
•
De zekering van de
stroomvoorziening is
uitgeslagen.
•
De voedingskabel is
beschadigd.
•
Steek de stekker op de
juiste wijze in het
stopcontact.
•
Controleer de zekering,
probeer of het apparaat
werkt in een ander
stopcontact
•
Neem contact op met
de leverancier.
De AAN/UIT-schakelaar is
ingeschakeld, maar het
groene controlelampje
verwarming brandt niet en
de stangen verwarmen niet.
•
Defecte verwarmings-
elementen.
•
Neem contact op met de
leverancier.