138
139
NLD
NLD
Fahrenheit, houdt de
On/ Set
(inschakelen / meten) toets (H)
ongeveer drie seconden inge-
drukt en laat vervolgens los.
2)
Vervang de batterijen
wanneer dit symbool op de
display (B)
verschijnt. Let op
de veiligheid, zoals in Plaatsen
of vervangen van de batterijen
beschreven.
3)
De schaal op de linkerkant
toont het gemeten vochtgehalte
van 6 % - 44 %.
4)
In het midden van de
display
(B )
verschijnt het meetresultaat.
1
5
4
2
3
ON/SET
i
Elk metingsstreep in de schaal aan de linkerkant betekend 1 %. In de
rechte schaal betekend elk meetstreep 0,05 %.
5)
De schaal rechts toont de gemeten bouwvochtigheid van 0,2 % -
2,0 % aan.
VOORBEREIDING VAN DE METINGEN
A
. Voor het meten verwijder zorgvuldig de
kunststofdeksel (A)
.
B.
Druk op de toets
On/Set (inschakeling/meet-toets) (H)
om de
apparaat in te schakelen.
C.
Vóór het meten controleer met behulp van de test
hulp (J)
of
het meet apparaat correct functioneert.
Op de test
hulp (J)
helpen ziet u twee meetpuntcontacten,
gemarkeerd
met B (K) en T (L)
. Druk de
metingspennen (G)
eerst
op de
meetpuntcontact B (K)
, alle
metingspennen (G)
beginnen
op de
display (B)
beginnen te knipperen. Druk vervolgens op de
metingspennen (G)
op het
meetpuntcontacten T (L)
, de metings-
pennen op de
display (B)
zouden op de rechte schaal 19 % tonen,
op de rechte schaal ( +/- 1 %). Wanneer deze waarden worden
aangegeven, is de meter klaar en kan worden gebruikt.
GEBRUIK VAN DE METINGFUNCTIES
A
. Druk de
metingspennen (G)
in het materiaal dat moet worden
getoetst. De
meetstrepen (G)
op de
display (B)
geven dan het
vochtgehalte aan.
LED-VERLICHTING
Om de
LED-lamp (F)
, aan de onderkant van het meetapparaat in te
schakelen, houdt ongeveer 3 seconden de
LED-toets (I)
ingedrukt
totdat de LED-lamp aangaat. Druk opnieuw op de
LED-toets (I)
om
het LED-lampje uit te schakelen.
UITSCHAKELAUTOMAAT
Indien u ongeveer 30 seconden op geen toets aan de
apparaat drukt, zal de meter automatisch uitschakelen.
Let op: deze functie wordt gedeactiveerd zodra de
LED-lamp (F)
is
ingeschakeld.
RICHTWAARDE VOOR BRANDHOUT EN
BETON / DEKVLOER
Brandhoutvochtigheid:
Met een vochtgehalte van 15 % - 20 % bereikt u optimale
verbrandingswaarden. Met een vochtgehalte van > 25 % zoude
het hout verder om te drogen bewaard worden. Zo wordt er een
beter rendement bereikt en de vervuiling door de brandinrichting
verminderd door minder verbrandingsgassen.
Vochtigheid in beton / dekvloer:
Metings-
schaal
Beton
C20 / C25
Pleisterkalk
Cement
dekvloer
Beton
2,0
u
u
u
u
1,8
u
u
q
q
1,6
q
u
q
q
1,4
q
u
q
q
1,2
q
u
q
q
q
= droog
u
= nat
B. De schaal/het symbool aan de linkerkant (3)
toont het vochtgehal-
te gemeten in hout, karton, papier, bouwhout etc. aan..
C.
De schaal/het symbool aan de rechterkant (5)
toont de geme-
ten bouwvochtigheid in mortel, beton, gips, etc. aan..
Zodra de gemeten waarde hoger is dan het maximum
van 2 % (bouwvochtigheid) of 44 % (houtvochtigheid)
knipperen de metingspennen.
Om meetfouten te verminderen, voer als u blieft
metingen op verschillende locaties van de materialen door.
i
i
Summary of Contents for Wisent
Page 7: ...14 15 BGR BGR i i...
Page 76: ...152 153 RUS RUS...
Page 81: ...SRB SRB 162 163 A B C 3 D...
Page 84: ...SRB SRB 168 169 1 5 V 4 x 1 5 V AAA LR03 6 44 0 2 2 0 30 2 30 4 1 4 0 1 1 4 0 2 0 40 23743393...
Page 101: ......