PREMIUM CARE BABYFOON
• Gebruiksaanwijzing
44
NO
VOX
4.
Wanneer het toestel in transmissiemodus is, gaat het zendicoon
(11)
aan. Het toestel stelt zich enkele
seconden na het laatst verzonden geluid door de microfoon (7) in stand-by en het zendicoon
(11)
verdwijnt.
Het zendicoon blijft enkel vast aan wanneer het toestel in modus continue transmissie is.
5.
Het lampje
(6)
kan continu aan worden gezet door het icoon van het lampje
(5)
aan te raken. Iedere aanraking
van het icoon
(5)
verhoogt de lichtintensiteit van et lampje, er ijn aximum 5 niveaus. Wanneer het maximumniveau
is bereikt en u raakt het icoon
(5)
opnieuw aan, stelt het lampje zich in modus stemactivering (VOX). In deze
vocale modus gaat het icoon
(9)
aan en het lampje
(6)
treedt in werking wanneer de microfoon
(7)
een
geluid detecteert, het lampje gaat automatisch uit enkele seconden nadat er geen geluid meer gedetecteerd
wordt.
6.
Deze babyfoon is voorzien van een «dialoog»-functie, zodat u met uw baby kunt praten. Op die manier kunt u
uw kindje toespreken om het gerust te stellen. Druk op de iconen
(2)
en
(3)
om het volume te regelen van
de luidspreker
(17)
, de temperatuurindicator
(9)
wijzigt tijdens de afstelling. Hoe hoger het cijfer, hoe luider het
geluid. Er zijn in totaal 5 verschillende olumeniveaus. Wanneer het minimumniveau is bereikt en u raakt het icoon
om te verminderen
(2)
opnieuw aan, gaat de luidspreker
(17)
over naar muting en het overeenkomstige icoon
verschijnt .
7.
Het batteijniveau wordt aangegeven met het icoon
(10).
Wanneer het niveau laag wordt, wordt het
batterijniveau rood. Vervang de batterij of gebruik de AC-adapter.
8.
De temperatuursensor
(8)
van het toestel meet de omgevingstemperatuur en geeft die via de temperatuurindicator
(9)
en
(26)
weer op de zender en de ontvanger. Druk op de AAN/UIT-schakelaar
( (1)
om de temperatuurindicator
(9)
aan te zetten. Na 20 seconden verdwijnt die automatisch. De sensor registreert temperaturen van –9°C tot
+50°C. Buiten deze limieten verschijnen de tekens - - . Bij een bruuske temperauurwijziging (bijvoorbeeld als
het toestel in volle winter van binnen naar buiten wordt verplaatst), kan de sensor enkele minuten tijd nodig hebben
om zich aan de nieuwe omgeving aan te passen en de werkelijke temperaturen weer te geven.
9.
De digitale knoppen zijn enkel operationeel als de iconen
aan zijn. Deze iconen verdwijnen
automatisch wanneer de toetsen langer dan 5 seconden niet worden gebruikt, om foutieve bedieningen tijdens
het dagelijkse gebruik te voorkomen.
N.B. Wanneer de iconen eenmaal aan zijn, gaat de zender pas over naar zendmodus wanneer de
iconen verdwijnen.
10.
Telkens de digitale iconen worden aangeraakt, weerklinkt een biep. Om deze biep uit te sluiten, houdt u het
icoon
(2)
gedurende 2 seconden ingedrukt tot er een tweede biep weerklinkt. Om de biep opnieuw te
activeren, houdt u het icoon
(3)
gedurende 2 seconden ingedrukt tot er een biep weerklinkt. Telkens het
toestel uit en opnieuw aan wordt gezet, zal de biep automatisch weerklinken.
B/ ONTVANGER
1.
Houd de AAN/UIT-schakelaar
(18)
gedurende 3 seconden ingedrukt om het toestel aan te zetten. Het
icoon
(27)
gaat aan en de temperatuurindicator
(26)
treedt na 10 seconden in werking. Houd de knop
(18)
lang ingedrukt om uit te schakelen.
2.
Inwerkingstelling van het alarm «buiten bereik» en «temperatuur».
a.
Druk op de AAN/UIT-schakelaar om de digitale iconen
aan te zetten. Houd uw vinger gedurende
2 seconden op het icoon
(21)
om naar de modus instellingen te gaan. Het icoon «buiten bereik»
verschijnt en de temperatuurindicator
(26)
knippert terwijl
of
wordt aangegeven.
aa
aa