- 36 -
Bevestiging van de buitensensor
De meegeleverde beugel
42
voor de sensor maakt verschillende montage-opties mogelijk. Afhankelijk van de behoefte
kan de buitensensor opgehangen of geplaatst worden.
Afbeelding A
toont 3 uitdiepingen voor boorgaten die de sensor aan beide kanten heeft. De sensor kan daarmee
eenvoudig aan de beugel geklikt en vastgezet worden.
Afbeelding B
toont vanuit de zijkant hoe de beugel achter de sensor bevestigd is.
Afbeelding C
toont de frontale weergave van de sensor met de beugel als ophanging van de bovenkant.
Afbeelding D
toont de frontale weergave van de sensor met de beugel als vloerstandaard van de onderkant.
Afbeelding E
toont het controlepaneel en het batterijvak aan de achterkant van de sensor.
Aanwijzing:
zorg ervoor dat de buitensensor altijd rechtop hangt.
Ingebruikname
Verwijder de plasticfolie van het weerstation en van de sensor. Open het batterijvakje van de buitensensor
40
en plaats
de meegeleverde batterijen met de polen in de juiste richting. Het controllelampje
36
verlicht tijdelijk en de temperatuur
verschijnt. Sluit het batterijvakje.
Open het batterijvakje van het weerstation
34
en plaats de meegeleverde batterijen met de polen in de juiste richting.
Sluit het batterijvakje. Het weersymbool
1
knippert en het weerstation ontvangt nu het signaal van de buitensensor. Dit
kan een paar minuten duren. Als het ontvangst tot stand gekomen is verschijnt het uitgezochte kanaal
22
en de actuele
buitentemperatuur
24
. Dit kan een paar minuten duren. Als het ontvangst tot stand gekomen is verschijnt het uitgezochte
kanaal
22
en de actuele buitentemperatuur
24
. Zodra het signaal met de buitensensor succesvol tot stand gekomen is,
ontvangt het weerstation het DCF 77 tijdsignaal. Het ontvangstsymbool
18
knippert in het display naast de tijd. Dit kan
3 tot 10 minuten duren. Tijdens het zoeken naar het tijdsignaal kunnen geen andere toetsen, behalve de
SNOOZE/LIGHT
toets
12
worden gebruikt. Als de ontvangst van het tijdsignaal na 10 minuten niet tot stand is
gekomen, kunt u de tijd handmatig instellen. Het weerstation zal om 04:00 en 05:00 uur opnieuw proberen het
tijdsignaal te ontvangen. Indien dit gelukt is zal hij automatisch de tijd corrigeren.
Aanwijzing: Tijdens het ontvangst van het DCF tijdsignaal, het weerstation en de buitensensor niet bewegen.
Zodra het weerstation het tijdsignaal succesvol ontvangen heeft verschijnt het DCF-torensymbooltje
18
blijvend en stelt
automatisch de juiste tijd, datum, dag van de week, op- en ondergangs tijden van de zon en de maan en de maanfase.
Tijdens de zomertijd verschijnt DST op het display naast het torensymbooltje
18
.
Aanpassing tijdzones
Bevindt u zich in een land waar de actuele tijdsaanduiding ondanks het DCF-signaal afwijkt, gebruik dan de tijdzone
aanpassing. Gebruik de aanpassing van de tijdzone om uw weerstation in een andere tijdzone dan de standaard
instelling (UTC + 1 = centraal Europese tijd) te gebruiken. Geef het verschil in uren met de gewenste tijdzone in.
Druk en houd de
MODE
-toets
15
in de normale tijdsaanduiding 3 seconden lang ingedrukt. De tijdzone knippert en kan
met de
-/
-toets
11
of de
+/12/24
-toets
14
ingesteld worden. Druk op de
MODE
-toets
15
om de instelling te
bevestigen.
Start daarna de weerstation opnieuw. Uw weerstation ontvangt nog steeds het DCF77-radiosignaal, maar geeft een
aangepaste tijd weer (bv.1 uur vroeger).
Ontvangststoring
Het DCF77 tijdsignaal komt uit de buurt van Frankfurt am Main (Duitsland). Het tijdsignaal kan binnen een straal van
1500 km ontvangen worden. Er kunnen echter storingsbronnen zijn die het ontvangst belemmeren kunnen. Indien uw
weerstation het radioontvangst niet goed kan ontvangen, kunt u het nog eens proberen op een andere plaats. Let erop,
dat in de buurt van een computer, telefoon, radio of tv, stralingen kunnen zijn die het ontvangen van het DCF77
tijdsignaal kunnen storen. Verder storingsbronnen kunnen zijn, sterke gebouw dempingen (metale bouwelementen), hoge
bergen of atmosferische storingen. Indien nodig, vervang de batterijen.
Tijd signaal opnieuw starten
U kunt het tijdsignaal handmatig opnieuw starten, door de
-/
-toets
11
, 3 seconden in te drukken
Licht
Door op de
SNOOZE/LIGHT
-Taste
12
te drukken, kunt u de achtergrondverlichting tijdelijk activeren.
12/24-uurs tijdweergave
Druk op de
+/12/24
-toets
14
, om te kiezen voor de 12- of 24-uurs tijdweergave. In de 12-uurs tijdweergave verschijnt
op het display in de voormiddag AM en in de namiddag PM.
Temperatuur
Druk op de
°C/°F+
-toets
28
, om de temperatuur in Celsius (°C) of Fahrenheit (°F) te tonen.
Plaats als eerste de batterijen in de buitensensor 40 en daarna in het weerstation 34.