17
In de DAB-, FM- en Internetradiomodus kunnen maximaal 40 voorkeurszenders worden opgeslagen en opgeroepen. Om de
huidige zender als voorkeurszender op te slaan, houdt u
[FAV]
ingedrukt tot het display het scherm
“
Save to Preset
”
weergeeft. Kies een van de 40 preset-nummers om de momenteel spelende zender op te slaan en druk op
[OK]
om te
bevestigen. Om een voorkeurszender te selecteren, drukt u op
[FAV]
en selecteert u vervolgens een van de voorkeurszenders
in de lijst. Wanneer een voorkeurszender wordt afgespeeld, worden het ster-icoon + preset-nummer onder in het scherm
weergegeven.
Alle instellingsparameters voor de radio zijn beschikbaar in het menu Systeeminstellingen.
Equalizer
Er zijn verschillende voorgedefinieerde EQ-instellingen beschikbaar, waaronder een aangepaste, door de gebruiker
gedefinieerde, instelling. Om een EQ-instelling te kiezen, selecteert u
Menu > Systeeminstellingen > Equalizer
. U kunt dan
kiezen uit een aantal voorgedefinieerde instellingen en My EQ. Met de laatste optie 'My EQ profile setup' kunt u uw eigen
instellingen voor de optie 'My EQ' definiëren, met aangepaste instellingen voor lage en hoge tonen.
Netwerk
Netwerk wizard
Dit leidt u door de nodige stappen om u bij een netwerk aan te sluiten. Dit wordt ook automatisch uitgevoerd als
onderdeel van de Setup wizard. De schermen en opties die worden weergegeven, zijn afhankelijk van het type
netwerk en de gebruikte netwerkbeveiliging.
Netwerk selecteren
Wanneer u de netwerkwizard kiest, scant het toestel automatisch naar beschikbare draadloze netwerken en
presenteert een lijst met SSID's (Service Set Identifier) voor de netwerken. Het toestel onthoudt inloggegevens voor
de laatste vier draadloze netwerken waarmee het verbinding heeft gemaakt en zal automatisch verbinding maken
met deze netwerken wanneer ze beschikbaar zijn. Als de verbinding met een netwerk tijdelijk wordt verbroken,
maakt het toestel automatisch opnieuw verbinding.
Open netwerk
Als het netwerk open is (niet-gecodeerd), maakt het apparaat verbinding en is geen verdere invoer vereist.
Standaard gecodeerd netwerk
Als het draadloze netwerk beveiligd is, biedt het volgende scherm opties om de netwerksleutel of het
wachtwoord/de zinsnede in te voeren.
Bij voltooiing
Het apparaat maakt verbinding met het geselecteerde netwerk. Als het verbinden mislukt, keert het
apparaat terug naar een vorig scherm om het opnieuw te proberen. Om het proces af te sluiten, gebruikt u
de
[BACK/MENU]
knop. Als de netwerkverbinding wordt verbroken, maakt het toestel automatisch opnieuw
verbinding.
PBC Wlan setup (Wi-Fi Protected Setup)
Het apparaat vraagt u om op de verbindingstoets van de router te drukken en vervolgens op de selectieknop. Voor
meer informatie over het opzetten van een PBC Wlan versleuteld netwerk, raadpleeg de handleiding van uw PBC
Wlan router.
View settings
Toont de details van de instellingen voor de huidige netwerk setup, inclusief:
Actieve verbindingen
MAC-adres
Wlan regio
DHCP
SSID
IP Adres
Subnet mask
Gateway adres
Primary DNS
Secondary DNS
Handmatige instellingen
Kies om DHCP in/uit te schakelen.
NetRemote PIN instelling
Hiermee kunt u een PIN-nummer instellen dat moet worden ingevoerd voordat via een netwerk op afstand
verbinding kan worden gemaakt met het apparaat.