42
4
3
2
1
5
3. IN BEDRIJF STELLEN TL-ALU9
1. “Display modus”-toets
2. “Scroll”-toets (om door te bladeren)
3. Aan/uit indicator
4. Display venster
5. Aan/uit schakelaar
Door het aanklikken van de “Display modus”-toets (1) kunnen
diverse informatie-vensters worden geselecteerd:
A- Een overzicht van de ontvangen meetwaarden
B- De meest recente alarmeringsmeldingen
C- Een grafisch overzicht van de laatste meetwaardes
D- Algemene systeemparameter
De “scroll”-toets (2) wordt gebruikt om de datawaarden door te bladeren
In modus A omvat het overzicht van de meetwaarden de volgende
gegevens:
- rssi indicator: deze parameter beschrijft de signaalsterkte van het
ontvangen radiosignaal
- sensor id: het identificatienummer van de sensor.
- de tijdstempel in uren, minuten en seconden (hh:mm:ss)
- de meetwaarde
- de meeteenheid (deze is afhankelijk van het type sensor).
In modus B wordt het alarmeringsbericht genereeerd.
De eerste regel
bevat de identificatie van de sensor (sensor-id), de tijdstempel voor het
alarm en de meetwaarde, inclusief de meeteenheid.
De daarop volgende regels omvatten de begeleidende tekstregels, die voor
de betreffende alarmeringsregel zijn vastgelegd.
In modus C genereert het systeem de meest recente meetwaarden
per sensor in grafische curven.
Deze worden als curve per sensor weer-
gegeven en kunnen met de scroll-toets worden doorgebladerd. De curve
omvat de bovengrens en de ondergrens van de metingen, het identifica
-
tienummer en de meeteenheid voor de betreffende sensor. Ook omvat de
curve een eenvoudige tijdschaal. Het meetbereik van het venster wordt in
de “algemene systeemparameter” vastgelegd.