124
SD_400 Oxi L_1 01/2016
De sensor wordt in het luchtverzadigd water gehouden, en wachten, tot zowel de temperatuur
als de zuurstofweergave (mg/l of Sat%) een stabiele waarde heeft bereikt.
Als er geen met luchtverzadigd water voor een één-punt-kalibratie beschikbaar is, kan de
opslagfles worden gebruikt om een 100% met water verzadigde lucht te verkrijgen (zie punt 2).
2. Kalibratie in waterverzadigde lucht:
De sensor bevindt zich aan de lucht bij een relatieve luchtvochtigheid van 100 %. Hiertoe
wordt de opslaghuls met de water gedrenkte spons op de sensor geschroefd en gewacht
totdat de meetwaarde stabiel is, maar ten minste 15 minuten.
Uitvoering van de één-punt-kalibratie:
1. Met de pijltoetsen (RECHTS/LINKS) wordt KAL geselecteerd en met ENTER bevestigd.
2. De selectie één-punt-kalibratie verschijnt op het display en wordt met ENTER bevestigd.
3. De oproep om de sensor in 100% luchtverzadigd water te plaatsen, wordt weergegeven.
Om de kalibratie te starten, wordt ENTER gedrukt.
4. Op het display wordt getoond, dat de kalibratie uitgevoerd wordt.
5 Is de kalibratie voltooid, dan wordt dit op het display zichtbaar. Om de kalibratiemodus te
verlaten, ENTER drukken.
Opmerkingen:
1. Voor de één-punt-kalibratie stap 1 tot 5 volgen
2. Wordt een foutmelding op het display getoond, dan wordt het proces met ENTER beëindigd.
3. De uitvoering is identiek met de kalibratie in luchtverzadigd water en in waterverzadigde
lucht.
4. Het kalibratieproces kan altijd door de ENTER toets 2 sec. lang in te drukken worden
afgebroken.
Resetten op fabrieksinstelling
Om het meetinstrument naar de fabrieksinstellingen terug te zetten, wordt KAL geselecteerd.
Met de pijltoetsen wordt kalibratie-instellingen geselecteerd en met ENTER bevestigd. In de
dialoog verschijnt fabrieksinstellingen, wat met ENTER bevestigd wordt.
9. Meting
9.1 Saliniteits-/chloridecompensatie
S
OFF
:
Fabrieksinstelling; wordt geselecteerd bij de bepaling van zoetwatermonsters of monsters
die praktisch geen ionen bevatten.
S
ON
:
Wanneer de saliniteitscorrectie geactiveerd is (z. punt 7.3), dan wordt het geleidingsver-
mogen (in ppt of mS/cm) van het te onderzoeken watermonster ingevoerd en bij de meting
automatisch gecompenseerd.
Chloridecompensatie: Als chloride in het monster aanwezig is, kan de chlorideconcentratie
als zoutconcentratie worden aangegeven:
Zoutconcentratie (in ppt) = chlorideconcentratie (in ppt) x 1,80655.
Een chloridegehalte van 20 ppt resulteert bijv. in een zoutgehalte van 36,13 ppt (20 x 1,80655).
9.2 Automatische temperatuur en drukmeting
Het meetinstrument past de apparaatinstellingen aan de gemeten temperatuur resp. aan de
gemeten omgevingsdruk aan, om met dynamische schommelingen in de omgeving rekening
te houden.
Summary of Contents for SD 400 Oxi L
Page 17: ...17 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 33: ...33 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 49: ...49 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 65: ...65 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 81: ...81 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 97: ...97 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 113: ...113 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...
Page 129: ...129 SD_400 Oxi L_1 01 2016 ...