- 24 -
Voorwielen
Om de vergrendeling van de voorwielen op te heffen, drukt u op de rode grendel. Trek vervolgens de
voorwielen naar voren en draai ze 180° naar boven.
Om de rollator weer te gebruiken, trekt u de voorwielen naar voren en draait u ze naar beneden.
Een klik betekent dat de wielen in de juiste positie staan; de stoel kan nu dienovereenkomstig worden
ingesteld.
Achterwielen
Klap dan de hendel naar beneden. In de laatste stap drukt u op de knop en schuift u het achterwielmechanisme
naar beneden. Let erop dat de achterwielen altijd via de remkabel met de rollator zijn verbonden.
Om ze in te zetten, duwt u het achterwielmechanisme terug in het frame. Een klik betekent dat de wielen in
de juiste positie staan. De hendel moet nu naar achteren klappen.
Controleer of de achterwielen goed zijn vastgezet en of de rem goed werkt.
Voetsteunen voor gemakkelijk kantelen
De rollator op wielen is uitgerust met twee kantelbare voetsteunen, die ontworpen zijn om gemakkelijker over
stoepranden te stappen. Door met uw voet op de voetplaat te gaan staan en tegelijkertijd met uw handen
aan de handgrepen te trekken, worden de voorwielen omhoog gebracht. Dit maakt het gemakkelijker om
over stoepranden en kleine obstakels te lopen.
Als je zo’n manoeuvre uitvoert, denk er dan aan je evenwicht te bewaren.
Rem en handrem
Het looprek op wielen is uitgerust met een handrem en een parkeerrem om onbedoelde verplaatsing van
het looprek te voorkomen.
Om de rollator gemakkelijk en soepel te stoppen, tilt u beide remhendels op.
De remwerking is afhankelijk van de kracht waarmee de remhendels worden ingetrapt. Om de parkeerrem in
werking te stellen, drukt u de remhendels omlaag; dit betekent dat de hendel in de juiste stand is vergrendeld.
Trek de remhendels omhoog om de parkeerrem los te zetten.
Een looprek op wielen gebruiken als zitplaats
De rollator op wieltjes heeft een zitting met rugleuning. Voordat u op de stoel gaat zitten, moet u ervoor
zorgen dat de handrem is ingeschakeld. Anders kan het looprek wegrollen en u laten vallen. Extra kussens
mogen niet worden gebruikt; ze kunnen wegglijden en u laten vallen.
Reiniging
De framedelen kunnen met een vochtige doek worden gereinigd. Voor hardnekkig vuil kan een mild
reinigingsmiddel worden gebruikt.
De wielen kunnen worden schoongemaakt met een vochtige borstel met kunststof haren (geen
draadborstels!).
De rugleuning, zitting en houder kunnen worden gewassen met milde zeep en water.
Ontsmetting
De rollator kan worden ontsmet met gewone huishoudelijke ontsmettingsmiddelen. Voor dit doel moeten
goedgekeurde aërosolontsmettingsmiddelen of ontsmettingsdoekjes op alcoholbasis worden gebruikt.
Laat de rollator na de desinfectie aan de lucht drogen, met inachtneming van de door de fabrikanten van het
desinfectiemiddel aangegeven gebruikstijden.
HERGEBRUIK
De AT51111 rollator is herbruikbaar. De rollator moet vooraf gereinigd en gedesinfecteerd worden volgens
de bijgevoegde informatie over hygiënisch onderhoud. Wanneer u het loophulpmiddel aan iemand anders
overdraagt, vergeet dan niet om de nieuwe gebruiker ook alle nodige technische documenten te geven.
Het loophulpmiddel moet door een erkende specialist worden gecontroleerd en in de juiste staat worden
vervoerd.
DISPOSAL
Het verrijdbare loophulpmiddel AT51111, dat niet langer in gebruik is, moet worden weggegooid; neem
hiervoor contact op met uw dealer.
NL
NL
Chodzik AT51111_ins_ENG DE ESP FR IT NL SE.indd 24
2022-05-24 14:38:35