I
N GEBRUIK NEMEN
/ T
ELEFONEREN
Telefoon aansluiten
Sluit de spiraalkabel aan op het contact (11). Gebruik
enkel de meegeleverde spiraalkabel, omdat het
apparaat met een andere spiraalkabel eventueel niet
functioneert. Verbind de telefoon (14) en de telefoon-
contactdoos met behulp van de telefoonkabel.
Gebruik enkel de meegeleverde telefoonaanslui-
tingskabel, omdat het apparaat met een andere
aansluitingskabel eventueel niet functioneert.
Wandmontage
De telefoon kan op een muur worden gemonteerd.
Om de telefoon te bevestigen heeft u twee schroe-
ven nodig. Boor twee gaten met een afstand tussen
beide die overeenkomt met de afstand van de
ophangvoorzieningen (100mm) en laat de schroe-
ven 5 mm uit de muur steken.
Plaats de telefoon via de ophanginrichtingen op de
schroeven en schuif de telefoon wat naar beneden.
Oproep beantwoorden
Wanneer de telefoon rinkelt, heft u de hoorn op en
begint u te spreken.
Gesprek beëindigen
Om een gesprek te beëindigen, legt u de hoorn op.
Telefoneren
Hef de hoorn op Wacht tot u de kiestoon hoort.
Vorm het gewenste telefoonnummer met behulp
van de cijfertoetsen (4).
NL