52
BEDIENING
Bedieningspaneel
• Na het aansluiten van de kookplaat gaan alle indicatoren kort branden. De
kookplaat is klaar voor gebruik.
• De kookplaat is uitgerust met elektronische tiptoetsen die worden ingeschakeld
door ze met de vinger minimaal 1 seconde aan te raken.
• Bij iedere aanraking van een tiptoets hoort u een geluid.
Plaats geen voorwerpen op de oppervlakten van de tiptoetsen (dit kan leiden
tot een foutmelding) en houd ze goed schoon.
Inschakelen van de kookplaat
Raak de tiptoets in-/uitschakelen gedurende minimaal 1 seconde met de vinger
aan. De kookplaat signaleert juiste werking (activiteit) als
op
de klokdisplay het
cijfer "0"
brandt.
Als u niet binnen 10 seconden na het inschakelen van de kookplaat een
vermogen instelt voor een kookzone, schakelt de plaat automatisch uit.
Inschakelen van de kookzone en instellen van zijn vermogen
• Schakel de plaat in met de tiptoets .
• Zet een pan op de door u gekozen kookzone.
• De pan wordt automatisch herkend en de aanduiding van de gekozen kook-
zone begint te knipperen en toont "0".
Indien de kookplaat automatisch twee of meer pannen herkent, raakt u de
aanduiding van de door u gekozen kookzone aan. De aanduiding begint te
knipperen.
• Schuif met uw vinger van links naar rechts over de tiptoets
om het ver-
mogen voor deze zone te kiezen (op de display wordt het gekozen vermogen
verlicht).
• De kookzone is al gestart.
De kookzone is actief als op zijn display een cijfer of letter oplicht. Dit bete-
kent dat de kookzone klaar is om het verwarmingsniveau in te stellen.