37
BEDIENING
Inschakelen van de kookplaat
Als de kookplaat is uitgeschakeld, zijn alle
kookzones uitgeschakeld en de displays zijn
donker. U schakelt de kookplaat in door de
hoofdtiptoets (1) aan te raken. Op alle indica-
toren (3) van de kookzones wordt gedurende
10 seconden het cijfer „0” getoond. U stelt
het gewenste vermogensniveau in door met
uw vinger over sensor (4) te schuiven, nadat
u eerst met tiptoets (2) een kookzone hebt
gekozen (zie Instelling vermogensniveau).
Als u binnen 10 seconden geen van de tiptoetsen bedient, dan schakelt de
kookplaat weer uit.
Als het kinderslot actief is, is het niet mogelijk om de kookplaat in te schake-
len (zie Opheffen van het kinderslot).
Inschakelen van de kookzone
Bedieningspaneel
Na aansluiting van de kookplaat op het
lichtnet, gaat de diode boven de tiptoets
van het kinderslot (7) gedurende korte tijd
branden. Daarna kunt u de keramische
kookplaat inschakelen.
Plaats geen voorwerpen op de oppervlakten van de tiptoetsen (dit kan leiden
tot een foutmelding) en houd deze goed schoon.
Nadat u de kookplaat heeft ingeschakeld met de
hoofdtiptoets (1) kunt u de kookzones op de
volgende manier bedienen:
1. Kies de gewenste kookzone met de tiptoets
keuze kookzone (2) (de onderverdeling van de
tiptoetsen komt overeen met de plaatsing van
de kookzones),
2. Stel het gewenste vermogensniveau in door
met de vinger over sensor (4) te schuiven.
3. Om de instelling van de het vermogensniveau
te wijzigen kiest u, analoog aan punt 1, voor de
gewenste kookzone met de tiptoets keuze van
de kookzone (2) en vervolgens schuift u uw
vinder over de sensor (4).
Als u binnen 10 seconden geen van de tiptoetsen bedient, dan schakelt de
kookzone weer uit.
De kookzone is actief als bij het cijfer de punt „ ” brandt. Dit betekent dat de
kookzone klaar is om het vermogensniveau in te stellen.
7
2
1
4
2
2
3
3
3
3
2
4
2
2