30
Zorg voor een goede toegankelijkheid en
voldoende plaats voor onderhoud en reinigen van
het apparaat.
Neem het apparaat uitsluitend gevuld in bedrijf!
Plaats het apparaat op de grond of op een vlakke,
droge ondergrond in de ruimte.
Vul het apparaat (zie het hoofdstuk "Apparaat
vullen").
Apparaat vullen
Het apparaat kan op de volgende manieren worden
gevuld met water:
via de vulopening in het bovenste gedeelte of
direct in de uitgenomen waterbak onder de
kraan.
In het apparaat bevinden zich geen vreemde
voorwerpen
Het apparaat is op de juiste wijze gemon-
teerd.
Het apparaat moet na een lange periode van
stilstand worden geleegd en gereinigd. Voordat
het apparaat opnieuw in gebruik wordt genomen,
moet het met vers water worden gevuld. Anders
kan er geuroverlast optreden.
VOORZICHTIG
Schade en barsten in de kunststof door additie-
ven in het water!
Voeg geen additieven (b.v. etherische oliën of an-
dere geurstoffen) toe aan het water.
Controleer, voordat een bak wordt gebruikt om
het apparaat te vullen, dat zich in de bak geen in
water oplosbare additieven (b.v. vloeibare plan-
tenmest) bevinden.
▶
▶
VOORZICHTIG
Waterschade door overvullen!
Zorg dat bij het vullen de door de vulniveaulijn
aangegeven maximale vulhoeveelheid van 3,8 l
niet wordt overschreden.
▶
Het apparaat vullen via de vulopening:
Vul het apparaat met een schoon reser-
voir (b.v. een kan).
Giet vanuit een schoon reservoir vers,
koud water in de vulopening van het bovenste
gedeelte.
Stop met vullen van het apparaat zodra
de vulniveauring van de vlotter in de vulopening
verschijnt.
Het apparaat is gevuld met water en kan worden
ingeschakeld.
Het apparaat vullen door middel van de waterbak:
((
Het apparaat is uitgeschakeld en de net-
stekker is uitgetrokken (zie het hoofdstuk "Ap-
paraat in-/uitschakelen").
Til het bovenste gedeelte van het onder-
ste gedeelte.
Til de waterbak, compleet met vlotter-
pakket, aan de handgrepen op.
Vul vers, koud water direct in de water-
bak.
•
•
1.
2.
•
•
✔
✔
1.
2.
3.
➥
✔
1.
2.
3.
A 14
A 14
BB
D 1
D 1
D 2
D 2
D 3
D 3
E 1
E 1
E 2
E 2
E 3
E 3
E 4
E 4
Vul hooguit zoveel water tot het maxi-
male vulniveau aangegeven aan de binnenzijde
van de waterbak is bereikt.
Plaats de volle waterbak, compleet met vlotter-
pakket, op het onderste gedeelte.
Plaats het bovenste gedeelte op het onderste
gedeelte.
Het apparaat is gevuld met water en kan worden
ingeschakeld.
Apparaat in-/uitschakelen
Wanneer het apparaat met een lege waterbak
in bedrijf wordt genomen of raakt de waterbak
tijdens bedrijf leeg, droogt de verdampermat uit,
treedt er geen verdamping meer op en kan er een
onaangename geur optreden.
Het apparaat is gevuld met water.
Steek de netstekker in de wandcontactdoos.
Zet de schuifschakelaar naar behoefte in stand I
of stand II (zie het hoofdstuk "Bedrijfsstanden").
Het apparaat is ingeschakeld.
Zet de schuifschakelaar in stand 0.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
Trek de netstekker niet met natte handen uit de
wandcontactdoos.
▶
Trek de netstekker uit de wandcontact-
doos.
Het apparaat is uitgeschakeld en spanningsloos.
Apparaat reinigen en onder-
houden
Met toenemende bedrijfsduur nemen het zuig- en
verdampingsvermogen van de verdampermat af.
Regelmatig onderhoud en reiniging van het ap-
paraat is daarom een voorwaarde voor een goede,
storingsvrije werking.
VOORZICHTIG
Beschadiging van de kunststof door ongeschik-
te reinigingsmiddelen!
Gebruik geen zuurhoudende reinigingsmiddelen.
▶
Veeg het apparaat schoon met een vochtige
doek.
Reinigings- en onderhoudsintervallen
De aanbevolen reinigings- en onderhoudsin-
tervallen zijn afhankelijk van de lucht- en wa-
terkwaliteit en van de werkelijke bedrijfsduur.
Interval
Handeling
1 keer per dag
Waterniveau controleren,
zonodig water bijvullen (zie het
hoofdstuk "Apparaat vullen")
vanaf 1 week
buiten bedrijf
Apparaat leegmaken en
reinigen (zie het hoofdstuk
"Apparaat demonteren en
leegmaken")
4.
5.
6.
➥
✔
1.
2.
➥
1.
2.
➥
▶
E 4
E 4
Apparaat in-/uitschakelen
E 1
E 1
Apparaat reinigen en onder-
houden
Interval
Handeling
elke 2 weken
Waterbak reinigen (zie het
hoofdstuk "Waterbak reini-
gen")
elke 10–12
weken (of naar
behoefte)
Verdampermat vervangen
(zie het hoofdstuk "Verdam-
permat vervangen")
1–2 keer per
jaar
Ventilator reinigen (zie het
hoofdstuk "Ventilator reini-
gen")
1 keer per jaar
Ionic Silver Stick
®
vervangen
(zie het hoofdstuk "Ionic Silver
Stick
®
vervangen")
Apparaat demonteren en leegmaken
Om het apparaat te reinigen kan het in een paar
handelingen worden gedemonteerd.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
Trek de netstekker niet met natte handen uit de
wandcontactdoos.
▶
Het apparaat is uitgeschakeld en de net-
stekker is uitgetrokken
Til het bovenste gedeelte van het onder-
ste gedeelte.
Neem de waterbak, compleet met vlotter-
pakket, uit aan de daarvoor voorziene handgre-
pen.
Verwijder het resterende water uit de
waterbak via de uitloop.
Neem het vlotterpakket uit de lege water-
bak.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
Laat geen water over de elektrische onderdelen
lopen.
▶
Wanneer zich water in het onderste gedeelte be-
vindt: maak het onderste gedeelte leeg en droog.
Het apparaat is gedemonteerd en leeg.
Waterbak reinigen
Het apparaat is gedemonteerd en leeg.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schok!
Trek voor het reinigen de netstekker uit.
Dompel het onderste gedeelte, met de elektri-
sche onderdelen en de ventilator, nooit in water.
▶
▶
Was de waterbak met lauwwarm water.
Voor een grondige reiniging van de wa-
terbak kan een gangbare afwasborstel worden
gebruikt.
Gebruik het aanbevolen ontkalkingsmiddel om
de waterbak te ontkalken (zie het hoofdstuk "Re-
serveonderdelen en accessoires").
Droog de onderdelen na het reinigen af.
Plaats het vlotterpakket op de juiste manier in de
lege waterbak.
Zet het apparaat in elkaar (zie het hoofdstuk "Ap-
paraat in elkaar zetten").
✔
1.
2.
3.
4.
5.
➥
✔
1.
2.
3.
4.
5.
6.
F1
F1
F3
F3
F4
F4
F5
F5
F6
F6
G 1
G 1
G 2
G 2