4 NL
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
TABLE 1.
6.
FUNCTIETOETS LUCHT
Door de toets (Ref. 6 - Figuur 1
Pag. 3.) in te drukken wordt gedurende een bepaalde tijd het
luchtsysteem van de machine geactiveerd, waarbij de be-
drijfsdruk wordt afgebeeld.
7.
REGELKNOP STROOM
Hiermee kan de stroom tijdens het
snijden afgesteld worden (Ref. 7 - Figuur 1 Pag. 3.) .
8.
AAN/UIT SCHAKELAAR
(Ref. 8 - Figuur 2 Pag. 3.) Deze
schakelaar heeft 2 standen; Aan (Groen lampje brandt) en
Uit, hetgeen overeenkomt met het inschakelen enuitschake-
len van de generator.
9.
FILTER
reinigen volgens het onderhoudsprogramma (Ref. 6
- Figuur 2 Pag. 3.).
4.0
GEBRUIKSAANWIJZING
1.
Sluit de generator aan in een droge ruimte met afdoende
ventilatie.
2.
De perslucht aansluiten via de achterkant.
3.
Druk op de Aan-schakelaar (Ref. 8 - Figuur 1 Pag. 3.) en
wacht tot de generator aanslaat.
4.
Plaats de aardingsklem op het te snijden deel en controleer
of er goed elektrisch contact wordt gemaakt.
5.
Kies de stroom tijdens het snijden met behulp van de knop
(Ref. 7 - Figuur 1 Pag. 3.) op grond van de gegevens van on-
derstaande tabel.
6.
Plaats de boog boven het te snijden deel, drukop de knop
van de lassnijbrander en begin met snijden.
HET IS RAADZAAM DE STUURBOOG NIET ONNODIG INGE-
SCHAKELD TE LATEN OM SLIJTAGE VAN ELEKTRODE EN
LASMONDSTUK TE VOORKOMEN
5.0
MEEST VOORKOMENDE SNIJFOUTEN
Onderstaand volgt een overzicht van de meest frequente proble-
men bij het snijden en de mogelijke oorzaken ervan:
Snij-kwaliteit onvoldoende.
1.
Te hoge snijsnelheid.
2.
Te laag vermogen.
3.
Te dik materiaal.
4.
Versleten of beschadigde componenten van lassnijbrander.
De hoofdboog valt uit.
1.
Te lage snijsnelheid.
2.
Teveel ruimte tussen mondstuk lassnijbrander en te snijden
deel.
Slakvorming.
1.
Verkeerde gasdruk
2.
Verkeerd snijvermogen.
Verschroeide mondstukken.
1.
Te hoge stroomwaarde.
2.
Beschadigde of loszittende mondstukken lassnijbrander.
3.
Mondstuk in aanraking met te snijden deel.
4.
Overdreven slakvorming: te lage gasdruk plasma.
6.0
STORING OORZAAK EN OPLOSSING
Het kan zijn dat er na het inschakelen van de generator op het dis-
play fouten in de werking worden gemeld (Ref. 3 - Figuur 1 Pag.
3.) , volgens onderstaande tabel (TABLE 2.). Dergelijke storingen
zijn al of niet herstelbaar.
7.0
ONDERHOUD
LET OP: KOPPEL HET APPARAAT LOS VAN HET ELEKTRIC-
ITEITSNET ALVORENS ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
UIT TE VOEREN.
7.1
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
Twee maal per jaar, afhankelijk van het gebruik van het apparaat,
moet het volgende worden gecontroleerd:
- de reiniging van het apparaat
- de elektrische aansluitingen en de gasaansluitingen
- de luchtfilter.
Voor alle werkzaamheden:
- neem het deksel van het apparaat
TABLE 2. (
STORING OORZAAK EN OPLOSSING)
DISPLAY
BETEKENIS
HERSTEL
- - -
Ingangsspanning onvoldoende. Lijnschakelaar open
of geen lijn.
Bij herstel van alarm. Bij aanhoudend alarm contact opnemen met klanten-
service.
CUP
De kap van de lassnijbrander is niet goed vastge-
draaid (Bij ingeschakelde generator).
De generator uitschakelen,
De kap goed vastdraaien en de generator opnieuw inschakelen.
HtA
Te hoge temperatuur van de vermogensomzetter.
Bij herstel van alarm (Wanneer binnentemperatuur gedaald is).
ThA (Knipperend)
Waarschuwing dat te hoge temperatuur van de ver-
mogensomzetter (HtA) bijna bereikt is.
Bij herstel van alarm (Wanneer binnentemperatuur gedaald is).
CtA
Te hoge temperatuur van compressor.
Bij herstel van alarm (Wanneer binnentemperatuur gedaald is).
Air
Luchtdruk onvoldoende
Contact opnemen met de klantenservice.
ScA
Kortsluiting bij uitgang.
Generator uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
LSF
Uitschakelen van boog.
Mondstuk en elektrode op slijtage controleren en zonodig vervangen. Bij aan-
houdend alarm de generator uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
Indien het alarm zich weer voordoet de klantenservice raadplegen.
DISPLAY
HERSTEL
F14
Controleren of de kap goed bevestigd is. De generator uitschakelen en vervolgens weer inschakelen
F10 - F11 - F12 - -F13
De generator uitschakelen en vervolgens weer inschakelen. Indien de storing aanhoudt de klantenservice raadplegen en
het soort fout melden.
F 15
Controleren of de knop van de lassnijbrander niet ingedrukt is tijdens het inschakelen van de generator. De generator
uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
F20 - F30 - F51 - F52 - F53 -
F54 -F55 - F56
De generator uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.Indien de “storing” aanhoudt de klantenservice raadplegen
en het soort fout melden.