3
5.2
De draadloze handsets installeren en de batterijen opladen (zie P5)
t
Plaats de 2 meegeleverde batterijen in het batterijvak van de draadloze handset en let daarbij op de
juiste polariteit (zie de markeringen in het batterijvak).
Waarschuwing:
Gebruik uitsluitend de meegeleverde oplaadbare NiMH-batterijen.
t
Plaats het kapje op de achterkant van de draadloze handset en druk deze aan totdat hij op zijn
plaats klikt.
t
Plaats de draadloze handset op de oplader en laadt deze op voor 15 uur voordat u de draadloze
handset de eerste keer gebruikt.
t
De draadloze handset geeft een dubbel geluidssignaal wanneer het goed op de oplader is geplaatst.
t
De oplaadindicator van het laadstation licht op om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen.
Opmerking:
De draadloze handset kan warm worden wanneer de batterijen worden opgeladen of tijdens langdurig
gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
6
UW TELEFOON LEREN KENNEN
6.1
Overzicht van de draadloze handset (zie P1)
#
Symbool
Betekenis
1
Vanuit standby indrukken om het hoofdmenu te openen.
Indrukken om een item te selecteren of een invoer of instelling op te slaan.
2
Vanuit de menu-modus indrukken om naar boven te scrollen.
Tijdens een gesprek of afspelen van bericht indrukken om het volume te verhogen.
Vanuit standby indrukken om de bellijst te openen.
3
Indrukken om te bellen of een gesprek aan te nemen.
Tijdens een gesprek of afspelen van bericht indrukken om te schakelen tussen
luidspreker en handsetluidspreker.
4
Ingedrukt houden om toetsenblokkering in- of uit te schakelen.
5
Tijdens een gesprek indrukken om een Flash-signaal voor netwerkdiensten te
versturen.
6
Vanuit standby indrukken om de kieslijst te openen.
7
Vanuit standby of tijdens een gesprek indrukken voor een interne-oproep of om
een gesprek door te schakelen.
8
Indrukken om een handeling te annuleren.
Tijdens voorkiezen indrukken om het laatste cijfer te wissen.
Tijdens een gesprek indrukken om de microfoon te dempen; opnieuw indrukken
om gesprek te hervatten.