1.
Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2.
Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon en
vrij van resten zijn.
3.
Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4.
Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Dit zal de prestatie van het apparaat
verbeteren en het
elektriciteitsverbruik reduceren.
7.3
De vriezer ontdooien
Het vriesvak is vorstvrij. Dit betekent dat
er geen rijp gevormd wordt als het
vriesvak werkt, noch op de
binnenwanden, noch op het voedsel.
7.4
Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt
wordt:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Verwijder al het voedsel
3.
Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4.
Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
LET OP!
Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten,
vraag dan iemand om het zo
nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft,
als de stroom uitvalt.
8.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1
Wat moet u doen als ...
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is uitgescha-
keld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap-
paraat op het stopcontact aan.
Bel een gekwalificeerd elektri-
cien.
Er is een hoorbaar of zicht-
baar alarm.
De kist is kortgeleden aan-
gezet of de temperatuur is
nog steeds te hoog.
Zie "Alarm hoge tempera-
tuur".
www.aeg.com
12